Body positivity en dieetcultuur in de kleuterklas: Juf, is mijn buik te dik?

Wat is dieetcultuur?
In haar eenvoudigste vorm is het de gedeelde overtuiging dat dunnere lichamen betere lichamen zijn. Het is een systeem van overtuigingen waarbij ook voedingsmiddelen benoemd worden als ‘goed’ of ‘slecht’ en waarbij de mythe leeft dat iedereen binnen een beperkte marge van gewicht kan en moet blijven (Stone, 2016).

Als je iemand hoort zeggen: “ik was zo goed vandaag – ik heb maar X gegeten”, dan komt dat uit de dieetcultuur. En net zoals alle sociale normen, verwachtingen en cultuur, pikken kleuters ook hier meer van op dan we denken/zouden willen (Neves et al., 2017)

Lichaamsbeeld van kleuters

Een negatief lichaamsbeeld (of subjectieve beoordeling van je fysieke lichaam en uiterlijk) is niet iets dat plots begint in je puberteit of iets dat opkomt na één vervelend incident in je volwassen leven. Veel kinderen beginnen zich bewust te worden van hun lichaam rond de leeftijd van twee jaar, wanneer ze zichzelf beginnen te herkennen op foto’s of in de spiegel en wanneer ze delen van hun lichaam herkennen (Gonzalez et al., 2018). In een later stadium beginnen kinderen zich bewust te worden van het maatschappelijke idee van schoonheid, en hoe zij aan dat idee kunnen voldoen. Kinderen leren dat via tekenfilms, boeken, speelgoed maar ook door interactie met hun omgeving. De belangstelling van een kind voor het eigen lichaam kan bijvoorbeeld worden gewekt doordat ze hun ouders of leerkracht horen praten over een ander lichaam dat ze mooi, lelijk, slanker of dikker dan eerder vinden. De maatschappij en de media spelen dus een belangrijke rol bij de internalisering van schoonheidsidealen bij kinderen op jonge leeftijd (Gonzalez et al., 2018).

De vorming van een (negatief) lichaamsbeeld is iets dat dan ook al begint in de kleuterperiode, nog voor kinderen zes jaar oud zijn (Hart et al., 2014; Spiel, Paxton, & Yager, 2012). Kleuters tonen daarbij al vroeg tekenen van ontevredenheid over hun eigen lichaam, zoals het vergelijken van hun lichaam en het maken van negatieve opmerkingen over hun uiterlijk (Tremblay & Limbos, 2009). Onderzoekers toonden aan dat 5- en 6-jarige meisjes soms zelf al aangaven een dunner lichaam te willen hebben (Harriger et al., 2010).

Uit wereldwijd onderzoek van het Dove Self-Esteem Project (2017) bleek dat de meerderheid van de deelnemende meisjes tussen 10 en 16 jaar aangaf soms niet mee te doen aan activiteiten omdat ze zich niet goed voelden over hoe ze eruit zagen. Dat gaat dan over sportactiviteiten of nieuwe hobby’s uitproberen, maar ook over bijvoorbeeld het opsteken van hun hand in de klas. Het lichaamsbeeld van kinderen heeft dus niet alleen een psychologische, maar misschien ook een sociale en misschien zelfs academische impact op het leven van (jonge) mensen. Het is dan ook belangrijk om hier al vroeg rekening mee te houden.

Vooroordelen over gewicht (weight stigma)

Kinderen tonen vanaf drie jaar al een voorkeur voor slanke mensen en negatieve attitudes en zelfs stigmatisering tegenover dikkere mensen (Su & Di Santo, 2012). Kleuters internaliseren met andere woorden stereotypes over dikke en dunne lichamen. Ze benoemen dikke figuren als ‘gemeen’ of ‘stout’ en diezelfde, maar slankere, figuren als lief en goed (Holub, 2008; Spiel, Paxton, & Yager, 2012). Gewicht of lichaamsomvang lijkt zelfs bij kleuters al een rol te spelen bij de keuze van vriendjes (Birbeck and Drummond, 2005).


Daarom vier tips uit de literatuur die je kunnen helpen:

1. Vermijd dieetpraat

De manier waarop we over eten praten, heeft een grote invloed op hoe kinderen een relatie met eten  en hun zelfbeeld opbouwen (bron artikel fat talk). Veel ouders en leerkrachten zijn zelf opgevoed in een cultuur waarin we calorieën luidop tellen en ons lichaam vaak hardop neerhalen tegenover elkaar. Niet alleen thuis, maar ook op school praten leerkrachten onderling in het bijzijn van kinderen over hun dieet, maken ze wel eens mopjes over hun gewicht of benoemen ze traktaties als een ‘zonde’. Dit noemen we ook wel ‘dieetpraat’ (Lombardi et al., 2018).

Aangezien dit soort gesprekken diepgeworteld zitten in onze cultuur en soms even vaak lijken voor te komen als praatjes over het weer, lijkt de kans wel reëel dat dit soort gesprekken ook in kleuterklassen en op speelplaatsen geregeld plaatsvinden (Lombardi et al., 2018). In een Australisch onderzoek (Lombardi et al., 2018) bleek de hoeveelheid dieetpraat die in kleuterscholen in nabijheid van jonge kinderen plaatsvond alvast zorgwekkend.

Dieetpraat heeft niet alleen een negatieve invloed op ons eigen lichaamsbeeld, maar ook op het lichaamsbeeld van de kinderen in onze omgeving (Lombardi et al., 2018). Kinderen luisteren altijd mee en ze hebben niet altijd voldoende cognitieve capaciteiten om de nuance van onze taal te ontwarren. Of het nu gaat om ‘cheat days’ of om ‘clean’ eten, de boodschap die kinderen horen is: sommige voeding is goed en bijgevolg ben je een goed mens als je het eet, en andere voeding slecht is en bijgevolg ben je een slecht mens als je het eet. Als we bijvoorbeeld zeggen dat ‘zoveel ijs eten niet flink is’, geven we daarbij onze kinderen onbedoeld niet alleen de boodschap dat als ze wel van een ijsje genieten, zij iets ‘slechts’ of ‘verkeerds’ doen, maar ook dat wie er wel van geniet minder flink zou zijn (Forbes, 2021).

In werkelijkheid is voedsel natuurlijk gewoon voedsel. Ja, sommige voedingsmiddelen bevatten meer voedingsstoffen dan andere, maar dat betekent niet dat het op een voetstuk moet worden geplaatst of dat je een beter, moreel rechtschapen persoon bent als je het eet. Broccoli eten maakt je niet automatisch een goed mens en chocolade eten maakt je niet automatisch een slecht mens. We moeten het schuldgevoel, de schaamte en het ophemelen van voedsel wegnemen, en dat kunnen we alleen als we er neutrale taal omheen gaan gebruiken (Forbes, 2021).

Een manier om dit te doen en geen voedsel te demoniseren is door te erkennen dat ALLE voedingsmiddelen een zekere mate van voedingswaarde kunnen bieden. Ja, zelfs suiker geeft ons energie, vet is belangrijk voor de hersenen, enzovoort. Op die manier is geen voedsel ‘stout’ of ‘goed’, maar heeft elk voedingsmiddel zijn waarde in een gebalanceerd voedingspatroon.


2. Vermijd stereotype beeldvorming

Voortdurende slanke, zeer geïdealiseerde personages in tekenfilms maar ook boeken, (barbie)poppen, speelgoed en reclame zorgen voor meer ontevredenheid bij kinderen over hun lichaam en een verinnerlijking van het idee dat slank het enige begeerlijke soort lichaam is (Neves et al., 2017; Haeriger et al, 2019).

Kinderen zien bijvoorbeeld in Disney films dat er door de jaren heen veel slechteriken bestonden, sommige dik, sommige klein, sommige lang, sommige dun. En we hebben ook veel Disney prinsessen gehad, maar nooit een dikkere prinses. Het is bijna alsof het centreren van een dik hoofdpersonage als de hoofdrolspeler, niet als schurk of de vrolijke beste vriend, het laatste taboe is. Daarnaast zitten ook veel andere tekenfilms, series en kinderboeken nog vol stereotype beeldvorming van dikke mensen. Ze worden getoond als lui, veelvraten of ‘de clown van de groep’. Dergelijke beelden hebben hoogstwaarschijnlijk een grote invloed op het zelf- en wereldbeeld van onze kinderen (Bazzini et al., 2010; Neves et al., 2017), maar meer onderzoek lijkt nodig.

Ook genderstereotypen versterken wat we kinderen leren over hun lichaam. Meisjes worden al jong geleerd zich vooral te richten op hun uiterlijk en hun lichaam te bekijken door de lens van anderen. Het belangrijkste doel is dat ze er mooi uitzien. Jongens worden daarentegen geleerd dat ze ‘sterk’ en ‘dapper’ moeten zijn, dat de ideale eigenschappen van een man uitpuilende biceps zijn en dat ze niet mogen huilen. Deze boodschappen die verscholen zitten in ons speelgoed, onze taal en onze tekenfilms, hebben ook invloed op het zelfbeeld van jonge kinderen (Forbes, 2021; Bazzini et al., 2010).

Hoe kan het dan wel?
Het is momenteel (nog) geen eenvoudige zoektocht, maar probeer je kleuters toch in aanraking te brengen met diverse lichaamsvormen. Positieve representatie van deze diversiteit kan kinderen helpen bij het vormen van een positief lichaamsbeeld én bij het verminderen van stereotypes en vooroordelen. Maak daarom een brede diversiteit aan lichaamsvormen van kinderen en volwassenen zichtbaar in films, speelgoed en prentenboeken. Zoek bij elk thema ook rolmodellen op met verschillende lichaamsmaten, hang die op als voorbeeld of haal zo’n speelgoed binnen in je klas (Forbes, 2021).


3. Benadruk wat je lichaam kan, niet hoe het eruit ziet.

De manier waarop we over lichamen praten – over ons eigen lichaam, dat van anderen, zelfs dat van vreemden of beroemdheden – speelt een grote rol in hoe kinderen hun eigen lichaam leren begrijpen. Als we ons fixeren op ons uiterlijk, in positieve of negatieve zin, leert dat kinderen dat hoe ons lichaam eruitziet het belangrijkste is (Gonzalez et al., 2018; Forbes, 2021).  

‘Wat zie je er goed uit vandaag,’
‘bravo, je bent veel afgevallen’
‘nog vijf kilo en ik durf weer in korte broek,’

Door te veel de nadruk te leggen op het uiterlijk van jezelf en anderen, geef je kinderen de boodschap dat onze belangrijkste taak is om er goed uit te zien of mooi te zijn. Het kan helpen om vooral over ons lichaam te praten in functie van wat het KAN, in plaats van hoe het eruit ziet. ‘Met mijn armen kan ik zware dingen opheffen, met mijn benen kan ik ver springen, etc.’

Tot slot

Dieetcultuur is overal rondom ons en werkt al tientallen jaren ongemerkt op ons in, als sluikreclame. De beste manier om je kinderen een betere relatie met eten en lichaamsbeeld te geven, is dan ook om je eigen relatie met eten te herstellen. Je eigen vooroordelen, zelfbeeld, idee over ‘ideale lijven’ en ‘gezond eten’ kritisch in vraag stellen is de eerste stap (Lombardi et al., 2018; Forbes, 2021; ).

Wees daarbij kritisch en mild voor jezelf. We zijn allemaal opgevoed in een dieetcultuur en het kost tijd om anders naar jezelf en de wereld te leren kijken.

Bronnen:

Bazzini, D., Curtin, L., Joslin, S., Regan, S., & Martz, D. (2010). Do animated Disney characters portray and promote the beauty-goodness stereotype? Journal of Applied Social Psychology, 40(10): 2687-2709. (Oct 2010)

Forbes, M. (2021). Body Happy Kids. How to help children and teens love the skin they’re in. Penguing Random House UK. Vermilion.

Harriger, J.A., Calogero, R.M., Witherington, D.C. et al. Body Size Stereotyping and Internalization of the Thin Ideal in Preschool Girls. Sex Roles 63, 609–620 (2010). https://doi.org/10.1007/s11199-010-9868-1

Haeriger et al., (2019). You can buy a child a curvy Barbie doll, but you can’t make her like it: Young girls’ beliefs about Barbie dolls with diverse shapes and sizes. Body Image (30).

Hart, Laura M.; Damiano, Stephanie R.; Chittleborough, Philip; Paxton, Susan J.; Jorm, Anthony F. (2014). Parenting to prevent body dissatisfaction and unhealthy eating patterns in preschool children: A Delphi consensus study. Body Image, 11(4), 418–425. doi:10.1016/j.bodyim.2014.06.010

León González, María Pilar & González-Martí, Irene & Fernández-Bustos, Juan & Jordán, Onofre. (2018). Perception of body size and dissatisfaction in children aged 3 to 6: A systematic review. Anales de Psicología. 34. 173-183. 10.6018/analesps.34.1.275931.

Lombardi K, Beatty S, Devine A, Wallace R, Costello L. (2018). Fat talk: Influences on body image in childcare. Health Promot J Austral. 2019;00:1–8

Neves, C. M., Cipriani, F. M., Meireles, J., Morgado, F., & Ferreira, M. (2017). Body image in childhood: an integrative literature review. Imagem corporal na infância: uma revisão integrativa da literatura. Revista paulista de pediatria : orgao oficial da Sociedade de Pediatria de Sao Paulo, 35(3), 331–339. https://doi.org/10.1590/1984-0462/;2017;35;3;00002

Spiel, Emma C.; Paxton, Susan J.; Yager, Zali  (2012). Weight attitudes in 3- to 5-year-old children: Age differences and cross-sectional predictors. Body Image, 9(4), 524–527.         doi:10.1016/j.bodyim.2012.07.006    

Stone, C. (2016, 16 juni).Diet culture deeply impacts kids of all ages: 5 ways parents can break the cycle. Motherly. Van https://www.mother.ly/life/diet-culture-kids-food/

Tremblay, Line & Limbos, Marjolaine. (2009). Body Image Disturbance and Psychopathology in Children: Research Evidence and Implications for Prevention and Treatment. Current Psychiatry Reviews. 5. 62-72. 10.2174/157340009787315307.

Een gedachte over “Body positivity en dieetcultuur in de kleuterklas: Juf, is mijn buik te dik?

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.