Vorige week woensdag gingen er alarmbellen rinkelen voor het Vlaamse onderwijs: ‘Kennis van wiskunde in Vlaamse basisscholen daalt’ kopte De Morgen (1 juni 2022). Het deed me meteen denken aan de ‘wiskundige’ link met kleuteronderwijs waarover een recente uitgave van het tijdschrift ‘Kleuters & ik’ (2022) handelde. Immers, voorbereidende rekenvaardigheden die geoefend worden in de kleuterklas, vormen de basis om op voort te bouwen vanaf de lagere schoolleeftijd. Ik was getriggerd om me daar nog eens in te verdiepen. Want hoe doe je dat dan, wiskundige ontwikkeling bij kleuters stimuleren, in een kleuterklas waar kinderen (hopelijk heel vaak!) eerder spontaan, ‘toevallig’, soms wat onvoorspelbaar en vanuit een zelf ingegeven dynamiek tot spel komen? Welke kansen tot wiskundig stimuleren kan je als kleuterleraar grijpen in die spontane, open spelcontexten (al dan niet getriggerd door input vanuit de kleuterleraar en de klascontext)?
Didactiek van Verkennen – Verbinden – Verrijken (3 V’s) in de kleuterklas.
In het artikel ‘Wiskundekansen liggen voor het grijpen’ verwijzen lectoren uit de opleiding Bachelor in het Kleuteronderwijs (UCLL) Mieke Neven en Els Bogaert (2022) naar de didactiek van de 3 V’s: Verkennen – Verbinden – Verrijken, een didactiek voor een goede interactie met jonge kinderen (De Haan, 2012). Een gepaste spelbegeleiding bieden tijdens spontaan spel met focus op wiskunde waarbij de betrokkenheid van de kleuter hoog blijft, kan volgens hen door te werken vanuit de 3 V’s.
Een eerste stap is Verkennen: observeren, kijken, luisteren, vat krijgen op de interesses en de belevingswereld van de kleuter in zijn spel. Wanneer je voeling hebt met datgene waar de aandacht van de kleuter naar uit gaat in zijn spel, kan je verder gaan met een volgende stap in je begeleiding.
Voorbeeld Verkennen:
De kleuterleraar observeert en verkent het spel in de winkelhoek, waar twee kleuters de rol van verkoper en klant naspelen. Ze ziet dat één van de kleuters vier centen op de toonbank legt naast een appel en een banaan die er liggen, maar dat de ‘verkoper’ (andere kleuter) even weg is achter de toonbank. De kleuterleraar ziet en voelt de betrokkenheid van de ‘klant’ die aanstalte maakt om iets te kopen in de winkel.
De volgende stap, de tweede stap is Verbinden. Verbinden wil zeggen dat je deelneemt aan het spel van de kleuter aansluitend bij de wiskundige focus die je reeds hebt vastgesteld, door te verwoorden wat de kleuter doet (met passende wiskundebegrippen), door mee te spelen met het kind, door zijn gedrag te spiegelen en te kijken wat er gebeurt. De nadruk ligt bij deze stap op het creëren van verbondenheid en een gevoel van samenhorigheid met de kleuter. Het is de kleuter die de leiding blijft hebben in deze stap, als kleuterleraar sluit je aan bij zijn spel.
Voorbeeld Verbinden:
Kleuterleraar: ‘Ik zie dat de verkoper van de winkel even weg. Mag ik meespelen? Dan kan ik misschien achter de kassa staan? Ik zie dat je vier centen hebt neergelegd: twee centen voor de appel, en twee centen voor de banaan. 1, 2, 3, 4, dat is juist! Bedankt!’
Het Verkennen en Verbinden zijn samen de voorwaarden om de derde stap in het begeleiden aan te vatten, namelijk Verrijken. Verrijken wil zeggen dat je als kleuterleraar dat stapje verder gaat om kleuters uit te dagen, door nieuwe elementen toe te voegen aan het spel, en nieuwe (wiskunde)taal te gebruiken. Dat kan door het spel van kleuters te verdiepen of te verbreden. Verdiepen wil zeggen dat je als kleuterleraar verder ingaat op de wiskundige focus die reeds in het spel zit en waar de aandacht van de kleuter al op gericht is.
Voorbeeld Verrijken -Verdiepen:
Kleuterleraar: ‘Wat zou je met vier centen nog allemaal kunnen kopen?’
Verrijken door te verbreden wil zeggen dat je als kleuterleraar de aandacht van de kleuter verschuift naar een ander wiskundig aspect of dat je de aandacht van de kleuter nu pas kan richten op een wiskundig aspect (als dat nog niet het geval was).
Voorbeeld Verrijken – Verbreden:
Kleuterleraar: ‘Er zijn ook taartjes te koop in onze winkel, kijk. Maar hoe kan je die meenemen naar huis? Er zijn ook dozen hier zie ik. Kijk maar eens in welke doos de taart het beste past. In deze doos is wel heel veel plaats over, de doos is te groot. Kan je een kleinere taartdoos vinden?’
Door het spel van kleuters te verrijken, krijgt het spel in de klas een nieuwe wending, wat opnieuw spannend en uitdagend is, en wat dus opnieuw kansen geeft tot verder ontwikkelen.
Maar ook buiten de kleuterklas liggen kansen! Mieke Neven en Els Bogaert (2022) omschrijven ook kansen buiten de klascontext waar wiskundige kansen voor het grijpen liggen, bijvoorbeeld op de speelplaats, buiten de schoolmuren, of tijdens routines zoals eet- en drankmomenten.
Voorwaarden om de wiskundeleerwinst via spontaan spel te verhogen?
Om échte wiskundeleerwinst te verhogen via de spelbegeleiding tijdens spontaan spel, wordt in het artikel gewezen op drie randvoorwaarden. Om wiskundige begrippen te vatten, is het belangrijk dat dezelfde begrippen regelmatig herhaald worden in diverse betekenisvolle contexten (1). Door het materiaal vervolgens goed te overdenken en te kiezen, verhoog je de kans dat kleuters zelf al wiskunde ontdekken tijdens hun spel (2). En tot slot, aangezien spontaan spel een onvoorspelbaar karakter kent, is het des te belangrijker dat je als kleuterleraar de ontwikkelingslijnen van wiskunde goed beheerst (3).
Leestip!
Het artikel dat in dit blogbericht beschreven wordt, bestaat uit nog meer praktische voorbeelden vanuit de stappen Verkennen – Verbinden – Verrijken. Een aanrader dus!
De uitgave ‘Kleuters & ik’, thema – REKEN maar van YES (JG 38, afl.3, 2022) werd volledig gewijd aan wiskunde in de kleuterklas. Nog een aanrader dus!
Bronnen
De Morgen (1 juni 2022). Opnieuw alarmbellen voor ons onderwijs: kennis van wiskunde in Vlaamse
basisscholen daalt. Opgevraagd op 7 juni, 2022, via Opnieuw alarmbellen voor ons onderwijs: kennis van wiskunde in Vlaamse basisscholen daalt (demorgen.be)
Haan, D. de (2012). Verkennen, Verbinden, Verrijken: didactiek voor een goede interactie met jonge kinderen. Basistraining VVE plus. Amsterdam: Gemeente Amsterdam in samenwerking met De Activiteit, CED-Groep, Cito en Nederlands Jeugd Instituut.
Neven, M. & Bogaert, E. (2022). Wiskundekansen liggen voor het grijpen. Doekatern. In Kleuters & ik, Thema REKEN maar van YES, JG 38, afl.3, 2022. Centrum voor ervaringsgericht onderwijs.
Het boek Natuurlijk Buiten Rekenen geschreven voor oudste peuters en de kleuters sluit hier perfect bij aan.
Vertaald door Bazalt http://www.bazalt.nl voor de Nederlandse markt. Ook fantastisch natuurlijk voor de Vlamingen.
De originele titel is Messy Math geschreven door de Schotse
Juliet Robertson.
LikeLike
Dag Lies, ik lees met plezier je artikeltje. Je enthousiasme geeft onmiddellijk goesting om ermee te beginnen! Ik volg je gedachtegang over verkennen, verbinden en verrijken. Vanuit de spontane dingen die in de kleuterklas gebeuren, kan je inderdaad mooie wiskunde opzetten. En ik ben blij dat herhaling – en dus vastzetten van wiskunde – ook een plaats krijgt.
Op één vlak kijk ik er anders naar. Het is géén kinderspel. Hoe heerlijk uitnodigend deze titel ook klinkt.
Integendeel, gedegen wiskundige ontwikkeling op deze manier in de wereld zetten, vraagt van de leraar een grondige kennis van de wiskundige inhoud én opbouw.
Het wordt me pijnlijk duidelijk als ik naar de bijgaande foto kijk… Een aantrekkelijke foto die je er misschien even snel, snel bij hebt gezocht? De kleurrijke kassa met centen, euromunten, twee-euromunten, briefjes van 10, 20 en 50 levert bij de kleuters misschien wel een mooi rollenspel op, maar ze sluit niet aan bij de wiskundige ontwikkeling van de (meeste) kinderen op dat moment. Om van centen (0,01 euro) en halve euro’s (0,5 euro) nog maar te zwijgen…
Het is immers best al een moeilijke stap om, als kleuter, te beseffen dat sommige dingen één euro, andere twee en nog andere vijf euro waard zijn. Het besef dat een briefje van 10 evenveel waard is als 10 losse euro’s (en dus inwisselbaar) is een stap die ze met veel tijd en aandacht pas in de tweede helft van het eerste leerjaar leren. Ze leren dan wat ‘een tiental’ is. En dat het cijfer 1 dat in het getal 10 links geschreven wordt, iets anders betekent dan het cijfer 1 van het getal 1. Ik hoop dat de leraar er dan munten van 1 euro en briefjes van 10 euro bij gebruikt :-).
Natuurlijk kan het ‘geen kwaad’ dat kinderen die briefjes in hun kassa vinden. Maar wanneer je gericht de wiskundige ontwikkeling wil stimuleren, is het nodig dat je als leraar goed beseft wélke interventies daartoe zullen bijdragen en wélke niet. Dat betekent dat je goed zicht hebt wanneer bepaalde wiskundige inhouden best aan bod komen en wanneer nog niet.
Kennis van leerlijnen en inhouden en waarom die op die manier opgebouwd worden, is nodig om kinderen inzicht in wiskundige begrippen te geven en wiskunde niet te herleiden tot het aanleren van techniekjes. Stof tot nadenken, vind ik. En ondertussen reserveer ik in mijn (wiskunde)lessen tijd zodat kleuterleid(st)er in spé zich hierin verdiepen en bekwamen…
vriendelijke groet, els
LikeLike
Dag Els! Bedankt voor je reactie! Die volg ik helemaal, de ironie van een aantal zaken die ik in de verf wilde zetten is er niet helemaal doorgekomen begrijp ik uit jouw reactie 😉 Ik ben het helemaal eens met wat je schrijft, vandaar dat ik ook naar die inhoudelijke kennis en achtergrondkennis van de ontwikkelingslijnen verwijs aan het einde van het bericht, net zoals collega’s Els en Mieke dat doen in hun artikel.
Mvg
Liesl
LikeLike