Het is heel wat complexer om in een graadsklas de ontwikkeling van kleuters te stimuleren

Graadsklassen met kleuters van verschillende leeftijden zijn in Vlaanderen niet erg gebruikelijk, behalve bij de allerjongste kleuters, maar in de V.S. zijn ze eerder de norm dan de uitzondering, na een snelle opmars gedurende de laatste 10 jaar (Ansari & Pianta, 2018). Vers van de pers zijn drie Amerikaanse studies, die belangrijke nadelen blootleggen, én aangeven onder welke omstandigheden die nadelen overwonnen zouden kunnen worden (Ansari & Pianta, 2018; Purtell & Ansari, 2018; Ansari, 2017). De grote lijnen:

Kleuters doen het over het algemeen minder goed

5-jarige kleuters ontwikkelen zich minder snel voor wat betreft wiskunde, beginnende geletterdheid, en executieve functies wanneer ze samen met jongere kinderen zitten, zo blijkt uit een analyse van 11.000 Amerikaanse 5-jarigen (Ansari, 2017). Het gaat hier om een ingeschat verschil van tussen 4 en 6 maanden. Gelijkaardige conclusies waren al eerder gevonden voor 4-jarigen die samenzitten met 3-jarigen. De verschillen blijken deels te verklaren door een verschillend tijdsgebruik in de kleuterklas, maar ook niet helemaal.

Professionalisering stroomt niet zomaar door

Als je een professionalisering volgt, zou dat positieve gevolgen moeten hebben op de ontwikkeling van de kleuters, toch wanneer die professionalisering focust op een belangrijke bouwsteen van kleuteronderwijs, zoals de kwaliteit van de gesprekken die gebeuren tussen de leerkracht en de kleuters. Met intensieve video-coaching komen leerkrachten tot veel rijkere gesprekken, wat dan weer een positief effect heeft op de socio-emotionele vaardigheden, taal en wiskunde, zo bleek eerder uit een succesvol Amerikaans professionaliseringstraject, My Teaching Partner. Maar volgens nieuw onderzoek vertaalt de professionalisering van de leerkracht zich niet in een betere ontwikkeling van de kleuters wanneer de leerkracht een graadsklas begeleidt (Ansari & Pianta, 2018 in een onderzoek met 1407 4-jarigen). Enkel in gewone kleuterklassen volgens leeftijd, maar niet in graadsklassen,  veroorzaakte de professionalisering bij 4-jarige kleuters een betere ontwikkeling van de mondelinge taal, de geletterdheid, en de executieve functies. Eén uitzondering: in graadsklassen had de professionalisering een positief effect op de passieve woordenschat van de 4-jarige kleuters, als er meer 5-jarigen aanwezig waren in de kleuterklas.

Ervaren leerkrachten doen het niet beter

De ervaring van de leerkracht compenseert niet, maar wel de opleiding, toch voor wat betreft de beginnende geletterdheid (Purtell & Ansari, 2018). Leerkrachten met een hoger diploma bereiken met hun 4-jarigen in graadsklassen evenveel als in gewone jaarklassen (voor wat betreft beginnende geletterdheid). Voor wiskunde maakt de opleiding van de leerkracht dan weer niet uit. (Met een hoger diploma wordt een bachelordiploma of equivalent bedoeld. Niet alle kleuteronderwijzers in de V.S. hebben dat. Waarom geletterdheid er zo uitspringt, komt volgens de onderzoekers omdat hier veel aandacht naar gaat in de opleiding, en de leerkrachten daar meer handvaten krijgen om gedifferentieerde activiteiten aan te bieden volgens een leerlijn. Dat zou voor wiskundige initiatie veel minder het geval zijn.)

Door het mooie verhaal proberen kijken

Een vernieuwing gebeurt vaak vanuit een mooi verhaal. Voor graadsklassen wordt vaak bewust gekozen, vanuit het idee dat kleuters elkaar kunnen helpen leren. Dat is waarschijnlijk ook zo. Maar kleuters leren ook nog op andere manieren, die allemaal samen het positieve effect van kleuteronderwijs veroorzaken. Complex dus. Alleen zijn vernieuwers wel eens blind voor die complexiteit, en lijkt het soms zelfs ongepast om het sprookje te verstoren. Positieve voorbeelden klinken luid: “In mijn klas lukt het wel…  daarom en daarom… Ik geloof echt in de positieve invloed van kleuters die elkaar helpen leren. Ik zie het elke dag gebeuren.” Kritische opmerkingen zijn soms nauwelijks hoorbaar. De collega die fluistert dat hij sinds die vernieuwing er veel minder toe komt om intensief met verhalen te werken?

Volgens mij word je er alleen maar beter van om op zoek te gaan naar positieve en kritische geluiden, en die genuanceerd naast elkaar te plaatsen. Jullie kunnen dat doen door niet alleen op schoolbezoek te gaan in een vernieuwende school, maar ook te luisteren in scholen waar ze zijn teruggekomen van een vernieuwing of besloten het niet uit te voeren. Goed naar de directe collega’s luisteren bovendien, want samen heb je een veel sterkere intuïtie. Soms is er niet meer dan intuïtie om op af te gaan. Maar je moet weten dat onderzoeksstudies als geen ander systematisch positieve en negatieve effecten kunnen afwegen. Aan onderzoekers om dit voor Vlaanderen ook eens goed uit te spitten, met bijzondere aandacht voor het specifieke karakter van ons kleuteronderwijs.

 

Referenties

De drie studies komen van dezelfde onderzoeker, Arya Ansari, die dit onderwerp echt ter harte neemt door stap voor stap aan een beter inzicht op te bouwen, telkens in samenwerking met een andere onderzoekspartner (o.m. toponderzoeker R.C. Pianta). Wat ik bewonder aan hem, is dat hij in geen van de drie artikels een vooringenomen opinie geeft, en dat hij telkens ook verschillende alternatieve verklaringen voorstelt om verder uit te spitten in vervolgonderzoek. Spannend… Er is trouwens nog een vierde studie op komst, die erop zou wijzen dat graadsklassen gemiddeld genomen een minder optimale instructiekwaliteit, emotionele ondersteuning, en klasorganisatie zouden hebben (Ansari & Pianta, in press).

  • Ansari, A. (2017). Multigrade kindergarten classrooms and children’s academic achievement, executive function, and socioemotional development. Infant and Child Development, 26(6).
  • Ansari, A., & Pianta, R. C. (2018). Effects of an early childhood educator coaching intervention on preschoolers: The role of classroom age composition. Early Childhood Research Quarterly, 44, 101-113.
  • Ansari, A., & Pianta, R. C. (in press). Teacher–child interaction quality as a function of classroom age diversity and teachers’ beliefs and qualifications. Applied Developmental Science.
  • Purtell, K. M., & Ansari, A. (2018). Classroom Age Composition and Preschoolers’ School Readiness: The Implications of Classroom Quality and Teacher Qualifications. AERA Open, 4(1), 2332858418758300.

9 gedachtes over “Het is heel wat complexer om in een graadsklas de ontwikkeling van kleuters te stimuleren

    • Beste, ik keek het nog even na in de studie van Ansari (2017). Volgens deze studie zou een graadsklas geen significant effect hebben op sociale vaardigheden, niet positief en niet negatief. Verder had het ook geen effect op internaliserende gedragsproblemen, maar wel een licht negatief effect op op externaliserende gedragsproblemen (maar slechts marginaal significant). In een eerdere studie met veel jongere kinderen (3- en 4-jarigen) vond hij geen verbanden met sociaal gedrag, en/of gedragsproblemen (Ansari & Gershoff,2016).

      Like

  1. Een uitstekend en genuanceerd stuk, dank je wel!
    Vanuit de Nederlandse situatie wil ik er graag nog wat aan toevoegen. In Nederland wordt in het kleuteronderwijs al zo’n 20 jaar voornamelijk in graadsklassen (zgn heterogene combinatiegroepen) gewerkt. Dat gebeurt vanuit het idee dat jonge kinderen leren van de oudere kinderen en vice versa.
    Tegelijkertijd laten alle onderzoeken zien dat de VVE (de voor- en vroegschoolse educatie, het Nederlandse beleid om bij jonge (migranten)kinderen achterstanden weg te werken) op kleuterscholen geen of nauwelijks effect heeft. Dat heeft deels te maken met de kwaliteit van het leerstofaanbod (te laag), maar m.i. ook met het feit dat er vrijwel altijd in combinatiegroepen gewerkt wordt.
    Juist op concentratiescholen (in Ndl: achterstandsscholen) zijn de ontwikkelingsverschillen tussen kinderen van dezelfde leeftijd groot en moeten leerkrachten al heel goed kunnen differentiëren. Wanneer je twee leeftijdsgroepen bij elkaar zet verdubbel je dat probleem. Dat gaat ten koste van de kwaliteit van het lesgeven.
    Dan nog iets over het vermeende sociaal-emotionele voordeel: de gedachte daarbij is dat doordat oudere kinderen zorg voor de kleintjes moeten dragen, ze meer sociaal worden. De klas als een soort gezin, een idee dat uit het Jenaplan onderwijs voortkomt. Ik heb zelf jarenlang op een concentratieschool gewerkt die vanuit het Jenaplanprincipe werkte. Maar omdat de kinderen grote achterstanden hadden moest er toch in instructiegroepen op niveau (op dezelfde leeftijd dus) gewerkt worden. Dat resulteerde erin dat de groep twee keer per dag uit elkaar ‘geplukt’ werd en weer anders werd samengesteld. En juist deze kinderen groeiden op in steeds wisselende omstandigheden met wisselende verzorgers, kortom in een weinig stabiele en veilige omgeving. Dat ging op school zó dus verder door, wat zonder meer slecht was voor hun sociaal emotionele ontwikkeling.
    Jammer genoeg wordt het onderwijs, ten minste in Nederland, nog steeds voor een groot deel geregeerd door ideeën van onderwijsvernieuwers (Montessori, Rudolf Steiner, Peterson, etc.) van 100 jaar geleden. Ik pleit daarom, net als Kleutergewijs voor meer wetenschap en minder ideologie in de klas. Ten bate van de kinderen, en juist die kinderen die opgroeien in achterstandssituaties.

    Geliked door 1 persoon

      • Misschien moeten we al die slimme onderzoekers eens een tijd laten meedraaien in een klas. Voor mij is het allerbeste zoveel mogelijk interactie met iemand van wie de kleuter iets kan of wil leren. Verbinding dus! En dat ga je sneller krijgen bij minder kinderen in de klas. Dit onderzoek bewijst alweer dat men vaak vanuit een theoretische visie in het onderwijs regels en normen oplegt , zonder af te stemmen met deskundigen uit de praktijk …. zouden we daar misschien eens kunnen starten?👍

        Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.