Kleuters verdienen meer denktijd

Kleuters hebben meer denktijd nodig dan volwassenen, maar kleuterleerkrachten geven die vaak onvoldoende volgens de onderzoekers Wasik & Hindman (2018). Hierdoor krijgen vooral de spraakwaters een kans, en vervallen andere kleuters in éénwoordzinnen. Ik herken dit wel: wanneer onze studenten zichzelf op video bekijken, verschieten ze regelmatig van het hoge tempo waarin ze vragen afvuren op de kleuters.

Vooral kleuters die minder taalvaardig zijn in de taal van de school, komen zo niet aan hun trekken. Ik had onlangs een vakantie-ervaring die me in de plaats van zo’n kleuter zette:  ik moest plots in het Frans antwoorden, stamelde, en kwam pas te laat met een goede zin. Het juiste woord voor ‘de haven’ (le port) viel me pas in nadat mijn gesprekspartner al weggewandeld was.

Lang genoeg zwijgen is niet alleen belangrijk wanneer de leerkracht net een open vraag stelt. Even zo vaak heeft een kleuter net iets verteld, en aarzelt hij even. Hij heeft tijd nodig om na te denken hoe hij zijn verhaal kan vervolledigen of uitbreiden. En de leerkracht heeft even tijd nodig om een goede vervolgvraag te verzinnen.

Een zinvol werkpuntje voor jezelf om mee te nemen tijdens de eerste schoolweken? Wasik & Hindman coachen al jaren kleuterleerkrachten en puren hieruit de volgende concrete tips:

  • Wacht drie tellen, maar ook niet langer. Anders worden kleuters te ongeduldig.
  • Geef jezelf tijd om deze nieuwe vaardigheid in te oefenen – automatiseren gaat niet zomaar vanzelf – en doe het tijdens activiteiten waarbij de kleuters er het meest van zullen profiteren.
  • Leer de kleuters te kijken en luisteren naar wie aan het woord is. ‘Kijk naar Fatima, en open jouw oren voor wat ze zegt.’ Ondersteun dit met gebaren of picto’s. Na een tijdje volstaat het om even naar jouw ogen en oren te wijzen.
  • Leer jouw kleuters om in zinnen te antwoorden. Dat kan je onder meer doen door éénwoordzinnen zelf uit te breiden. Kleuter: ‘blij’. Leerkracht: ‘Haas voelt zich inderdaad blij. Juist. Kijk maar naar zijn mond.’
  • Tel tijdens de wachttijd in jezelf tot drie of zeg in jezelf het zinnetje ‘ik wacht, en laat hen denken.’ Als je dit al wat meer gewoon bent, kan je ondertussen nadenken over de opbouw van het gesprek. Misschien kan ik straks vragen hoe het gezicht van haas eruit ziet. Dan zullen ze sneller ontdekken hoe hij zich voelt.
  • Toon aan de kleuters dat je zelf soms wachttijd inlast als een kleuter een vraag stelt. Kleuter: ‘Juf, hou jij van voetbal?’ (juf wacht drie tellen)  Toon soms ook aan de kleuters hoe je nadenkt als je een vraag krijgt. Kleuter: ‘Juf, hou jij van voetbal?’. Juf: ‘Nu moet ik toch even denken. Ik kan niet goed voetballen. Ik ga ook nooit naar een voetbalmatch kijken. Maar als er een hele grote wedstrijd van de Rode Duivels is, vind ik het wel gezellig om mee te kijken. Dus mijn antwoord is: …’
Bron:
Wasik, B. A., & Hindman, A. H. (2018). Why Wait? The Importance of Wait Time in Developing Young Students’ Language and Vocabulary Skills. The Reading Teacher. https://doi.org/10.1002/trtr.1730
Foto van Scott Ellis, gevonden op Flickr, Creative Commons

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.