‘Gewoon’ buiten spelen: buitengewoon voor de executieve functies?

‘Gewoon’ buiten spelen? Of is dat buitenspel toch niet zo onbeduidend, onbelangrijk of ‘gewoontjes’? Een aantal recente studies onderzoeken de link tussen buiten spelen en de ontwikkeling van de executieve functies (EF), de denkprocessen die we nodig hebben om ons gedrag te sturen. Hoewel er op dit vlak bij kleuters zeker nog verder onderzoek nodig is, wijzen sommige studies toch al op een mogelijke link.

1. Wat zijn executieve functies?

Het gaat om de denkprocessen die we nodig hebben om ons gedrag te sturen. De kleuterperiode is een kritische periode waarin deze functies een grote groei kunnen doormaken. Kleuters leren stap voor stap hun aandacht te richten, zich flexibel aan te passen aan de situatie, eenvoudige instructies op te volgen, etc. We onderscheiden 3 centrale executieve functies (Feryn et al., 2020): 

Impulscontrole: irrelevante impulsen of prikkels kunnen onderdrukken

  • Selma laat zich niet afleiden door het geduw van Arthur bij het luisteren naar een verhaal.
  • Noa weerstaat aan de verleiding om te proeven van het deeg. “Niet eten van het deeg” heeft de meester immers gezegd.

Werkgeheugen: informatie in het geheugen kunnen vasthouden tijdens het uitvoeren van complexe taken

  • Tilly heeft de bestelling van de juf bij het pizzaspel goed onthouden. Ze belegt de pizza precies zoals gevraagd: met 3 stukjes spek, 1 stukje tomaat en 1 stukje paprika.

Cognitieve flexibiliteit: het vermogen om gedrag of gedachten aan te passen in nieuwe situaties

  • Vandaag is de routine anders dan normaal: na het opruimen moeten de kinderen bij de deur gaan staan, in plaats van te verzamelen in de kring. Sami heeft er geen moeite mee en gaat netjes bij de deur staan als hij klaar is met opruimen.
  • Gust merkt dat het plaklint op is en besluit het hechten dan maar met touw te proberen. Hij past zich flexibel aan aan de beperking.

Deze executieve functies zijn erg belangrijk voor het latere leren en hebben een voorspellende waarde voor schoolsucces. Voor meer achtergrond over EF, verwijs ik je graag door naar de website ‘Zet je EF-bril op’ (Feryn et al., 2020).

2. Buiten spelen en executieve functies

Er zijn aanwijzingen dat tijd voor actief buiten spelen, niet zomaar ‘verloren’ tijd is, maar dat dit buitenspelen ook de denkontwikkeling ten goede zou komen. Hier enkele bevindingen:

  • In een grote Noorse studie werd de ontwikkeling van 562 peuters en kleuters gedurende 4 jaar gevolgd. Kinderen die op school meer uren in de buitenlucht doorbrachten, hadden betere scores op een werkgeheugentest en vertoonden minder onaandachtig-hyperactief gedrag (Ulset et al., 2017).
  • Becker et al. (2014) stelden vast dat actiever spel buiten samenhing met een betere zelfregulatie en dat die betere zelfregulatie samenhing met hogere scores voor wiskunde en taal.
  • Onderzoekers observeerden dat kinderen aandachtiger waren in de kring na buiten spelen dan na binnen spelen (Koepp et al., 2022).
  • In een recente studie werd voor één impulscontroletaak een opmerkelijk verschil vastgesteld na een half uurtje vrij buiten spelen versus na een half uurtje klastijd binnen: er was een opvallende verbetering na het vrij buiten spelen en zelfs een achteruitgang in de andere conditie. Dit verschil vond men echter niet terug voor al de impulscontroletaken opgenomen in de studie (Rosiek, 2022).

Pleidooi voor buitentijd en buitenruimte

Hoewel de link tussen buitenspelen en executieve functies bij kleuters zeker nog verder onderzoek verdient, zijn er toch al enkele aanwijzingen dat we die vrije tijd buiten volop moeten waarderen – ook voor de denkontwikkeling – en dat we ons bewust moeten zijn van het belang ervan. Tijd en ook ruimte om buiten te spelen horen bij goed kleuteronderwijs.

Sommige scholen hebben toegang tot een aangename en ruime buitenomgeving, maar velen ook niet. Investeren in een aangename en voldoende ruime buitenomgeving voor elk kind, mag – wat mij betreft – boven op de agenda staan. Niet elke school hoeft daarbij meteen te beschikken over een groot eigen bos of park, maar bij het ruimtelijk plannen zou vlotte toegang tot een aangename en ruime buitenspeelruimte voor kinderen zeker moeten meegenomen worden

Bronnen:

  • Becker, D. R., McClelland, M. M., Loprinzi, P., & Trost, S. G. (2014). Physical activity, self-regulation, and early academic achievement in preschool children. Early Education & Development, 25(1). 
  • Feryn et al. (2020). Project ‘Zet je EF-bril op’. Executieve functies. Verkregen op 16 september 2022 van https://www.ef-bril.be/kleuteronderwijs/executieve-functies.
  • Koepp A. E., Gershoff E. T., Castelli D. M., Bryan A. E. (2022). Preschoolers’ executive functions following indoor and outdoor free play, Trends in Neuroscience and Education, 28.
  • Rosiek M., Etnier, J. & Willoughby, M. (2022). A Comparison of the Effects of Outdoor Physical Activity and Indoor Classroom-Based Activities on Measures of Executive Function in Preschoolers. International Journal of Early Childhood. 54, 203-215.
  • Ulset V., Vitaro F., Brendgen M., Bekkhus M., Borge A. (2017). Time spent outdoors during preschool: Links with children’s cognitive and behavioral development, Journal of Environmental Psychology, 52, 69-80.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.