Zo stel je geen domme vragen: 14 strategieën voor meer taal en doordenken

“Ben je zeker dat de doosjes hetzelfde zijn?” “De rups wordt een vlinder, niet waar?”  … We stellen wel eens zulke ‘domme’ vragen aan jonge kinderen: we verwachten geen antwoord of kennen het antwoord al. Nochtans is hoe we praten met kinderen bepalend voor de onderwijskwaliteit.

Geen ‘raad-eens-wat-ik-denk’-vragen, maar echt samen doordenken

Siraj-Blatchford & Sylva (2004) selecteerden 12 effectieve scholen in de U.K. en onderzochten wat deze scholen nu zo sterk maakte. Ze analyseerden meer dan 250 observaties en kwamen o.a. tot de conclusie dat de ‘power’ van deze scholen lag in de interactiekwaliteit: ze hielden er meer langdurige denkgesprekken met de kinderen. Geen raad-eens-wat-ik-denk-gesprek waarbij de volwassene het antwoord al weet (vb. dit gesprek over vormen), maar echte dialogen waarin beide samen doordenken.

Sustained shared thinking – samen doordenken

Om kinderen aan te zetten tot denken en praten is ‘sustained shared thinking’ nodig (Sylva et al., 2004), wat je kan vertalen als ‘samen doordenken’ (Broekhof, 2017): “Het houdt in dat twee of meer personen zich samen op een nadenkende manier inspannen om een probleem op te lossen, een begrip te verduidelijken, een activiteit te evalueren, een verhaal uit te breiden, etc. Beide partijen moeten bijdragen aan het denken en het moet begrip ontwikkelen en uitbreiden.”

Hier lees je twee voorbeelden van sustained shared thinking over de vragen: “Hoe heeft God ons gemaakt?” en “Van welk dier is dit skelet?”

Aan de slag met deze positieve vragen

Deze positieve vragen stimuleren het samen doordenken. Een post-it tegen de muur met deze vragen, helpt je al een heel eind op weg:

  • Kan je me daar meer over vertellen?
  • Ik weet het niet. Wat denk jij?
  • Ik vraag me af waarom…?
  • Hoe denk je dat …?
  • Zou het een verschil maken als … ?
  • Wat ik niet begrijp is …
  • Hoe weet je dat?
  • Hoe kunnen we dat uitzoeken?
  • Wat zou er gebeuren als … ?
  • Wat hebben we nog nodig?
  • Wat gebeurde er toen … ?
  • Wat weet je nog over … ?

Ook deze betekenisgevende werkwoorden zet je volop in bij samen doordenken:

  • Ik denk…
  • Ik veronderstel dat …
  • Ik hou van … / Ik hou niet van …
  • Ik vraag me af …
  • Ik ben het eens dat … / Ik ben het niet eens dat …

14 strategieën voor meer taal en samen doordenken

Met deze strategieën kan je aan de slag om in de klas taal en samen doordenken te stimuleren (Children’s Services Central, 2019):

  1. Stem af: Luister zorgvuldig naar wat het kind zegt. Observeer de lichaamstaal en wat het kind doet.
  2. Toon oprechte interesse: Geef je volledige aandacht aan het kind, houd oogcontact, bevestig, glimlach, knik.
  3. Respecteer de eigen beslissingen en keuzes van het kind: Je zegt bijvoorbeeld “daar wil ik echt meer over weten” en luister en reageer betrokken op het antwoord.
  4. Vat samen: “Dus jij denkt dat …”
  5. Breng een eigen ervaring in: “Ik vind het fijn om te dansen als er muziek op staat.”
  6. Verduidelijk ideeën: “Dus jij denkt dat de kei zal smelten als ik hem kook in water?”
  7. Doe een suggestie: “Misschien wil je het zo eens uitproberen?”
  8. Breng in herinnering: “Vergeet niet dat je net zei dat de kei zou smelten als ik hem kook.”
  9. Moedig het denken aan: “Je hebt echt hard nagedacht over waar je de poort zou maken voor de dieren. Waar ga je de stal zetten?”
  10. Breng een ander standpunt in: “Misschien wilde de stiefmoeder wel lief zijn door Sneeuwwitje een appel te geven?”
  11. Veronderstel: “Denk je dat alle dwergen het fijn vonden dat Sneeuwwitje bij hun in het kleine huisje kwam wonen?”
  12. Leg parallellen: Een parallel leggen tussen de ervaring van de volwassene en de ervaring van het kind. “Jij hebt een paraplu. Zo blijf je lekker droog. Ik ben de mijne vergeten. Kijk ik word helemaal nat.”
  13. Stel open vragen: Hoe deed je … ? Waarom doet dit …? Wat gebeurt er dan? Wat denk jij? Ik vraag me af wat er gebeurt als…?
  14. Laat zie hoe je denkt (modelleer): Ik zou graag deze poster in de zithoek hangen, maar er is geen plaats. Ik moet eens goed nadenken hoe ik plaats kan maken. Misschien mogen er wel zaken weg. Misschien kan ik ook iets tegen de kast hangen…

Een effectieve school zet ‘sustained shared thinking’ hoog op de agenda

Het samen doordenken gebeurt meestal in één-op-één gesprekken. In een grote klasgroep is het niet eenvoudig om daar tijd voor te vinden. Een effectieve school probeert er echter zoveel mogelijk ruimte voor te creëren.  Enkele suggesties (NQSPLP, 2012):

  • Voorzie ruimte in de dagplanning voor samen doordenken.
  • Benut ook volop de routinemomenten om echte gesprekken aan te gaan.
  • Zorg dat heel het kleuterteam weet wat ‘samen doordenken’ is, stel het prioritair en professionaliseer via peer-feedback, analyse van filmmateriaal, jezelf filmen,… De eigen interactiekwaliteit is trainbaar.
  • Creëer een omgeving die ontdekken toelaat. Open en creatieve opdrachten laten meer samen doordenken toe, dan gesloten opdrachten.
  • Samen werken aan een project dat start vanuit vragen van kleuters (vb: Hoe werken spiegels? Hoe maken we van onze klas een ijssalon?) bieden doorgaans meer mogelijkheden voor sustained shared thinking, dan zelf activiteiten aanbieden rond een thema.

Als we hier niet bewust op inzetten verglijden we snel naar oppervlakkige gesprekken. Zo stelden Siraj & Manni (2008) vast dat zelfs in goede scholen 94,5% van de vragen die volwassenen stelden gesloten waren: vragen naar reproductie van feiten (“Welke kleur is dit?”), een ervaring (“Vond je het leuk op de boerderij?”) of verwacht gedrag (“Kan je jouw schoenen aandoen?”), een vraag naar een keuze (“Ga je schilderen of puzzelen?”) of vragen waar geen antwoord op werd verwacht (“Daar groeit geen kaas aan, niet?”). Ik ben ervan overtuigd dat we beter kunnen dan slechts 5,5% open vragen als we prioriteit geven aan meer spreek- en denkkansen voor onze kleuters.

 

Prof. Dr. Iram Siraj – bezielster van onderwijskwaliteit – komt naar onze Kleutergewijze inspiratiedag op 30 augustus 2019

Prof. Dr. Iram Siraj bestudeerde kleuterscholen die het opvallend goed deden en ontwikkelde op basis daarvan een veelgeprezen kijkwijzer voor samen doordenken en welbevinden: de Sustained Shared Thinking and Emotional Wellbeing scale (SSTEW; Siraj, Kingston & Melhuis, 2015). Op 30 augustus 2019 is zij één van de keynote speakers op onze Kleutergewijze inspiratiedag.

 

Meer lezen:

Bronnen:

14 gedachtes over “Zo stel je geen domme vragen: 14 strategieën voor meer taal en doordenken

  1. Dit is niet iets dat vanzelf gaat van zodra je maar gelooft in het kind, of dat “in” je moet zitten. Je kan het trainen. Dat vind ik een krachtige boodschap in het blogbericht. Hoe bescheiden onze begeleiding ook was, in het STEM-op-taalproject zagen we onze projectleerkrachten groeien op dat vlak, omdat ze zelf vonden dat hun kleuters hier baat bij hadden.

    Like

  2. Interessant! Ik zie overlappingen met onderzoek naar “interactief voorlezen” (“dialogic reading”).
    Zie https://www.tandfonline.com/doi/full/10.1080/09669760.2014.968532?af=R& voor de beschrijving van een poging om dit in praktijk te brengen (waarbij onderzoekers en leerkrachten samen video’s van interacties met kleuters bekeken en becommentarieerden).
    De auteur geeft een van de redenen waarom de omzetting naar de praktijk moeilijk is: “the considerable workplace pressures on teachers to be ‘teacherly’ and to focus on curriculum and assessment”.
    Een van de interessante technieken zou de “transportable identity” zijn: uit de rol van “leerkracht” stappen en overgaan naar een rol van “speelkameraadje”, “leerling” (“zou jij me eens kunnen leren hoe ik…?”)…

    Like

  3. Ik denk dat dit niet alleen voor kleuters werkt maar ook voor andere leeftijden… ben zelf 42 en denk dat ik deze strategieën ook op mezelf maar eens ga proberen! 😉

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.