Een kleuter van vier kan nauwelijks de eerste letter van zijn naam benoemen: hij heeft nog geen letterkennis. Bovendien kan hij nog geen klanken in woorden onderscheiden: hij hoort niet dat ‘soep’ en ‘sok’ met de klank ssss beginnen en ‘kat’ niet. Hij heeft onvoldoende klankbewustzijn. Twee jaar later leert hij zijn eerste woordjes lezen. Moeten we hem hierop voorbereiden door in de kleuterklas aandacht te besteden aan letterkennis en klankbewustzijn?
Hevige discussies
Overal ter wereld zijn er grote meningsverschillen over de plaats van letterkennis en klankbewustzijn in het programma van de oudere kleuters, ook bij ons. Aan het ene uiterste heb je de constructivisten, die vinden dat kleuteronderwijs moet gaan over spel, doen-alsof, muzisch bezig zijn, exploreren, voorlezen, alles behalve technische vaardigheden zoals letterkennis en klankbewustzijn. In hun programma’s krijgen letterkennis en klankbewustzijn dan ook nauwelijks een plaatsje. Aan het andere uiterste heb je de cognitivisten, die het kleuteronderwijs helemaal ten dienste willen stellen van de voorbereiding op het eerste leerjaar. In hun programma’s staan voorbereidend lezen en voorbereidende wiskunde centraal, met heel veel aandacht voor letterkennis en klankbewustzijn. Spel wordt verwaarloosd. Daartussen is er nog een grote groep van gematigden, die een gebalanceerd programma nastreven met naast spel ook wat aandacht voor letterkennis en klankbewustzijn. Volgens sommige constructivisten is zo’n gematigde aanpak echter zinloos, en zelfs schadelijk voor de mondelinge taalontwikkeling, het spreken en het luisteren.
Nieuw wetenschappelijk rapport
Onlangs kwam er een belangrijk wetenschappelijk rapport uit over deze discussie van het Amerikaanse Center for Research and Reform in Education. Ze vergeleken constructivistische en gematigde benaderingen van kleuteronderwijs op basis van wetenschappelijke effectstudies uit de afgelopen 25 jaar. Cognitivistische benaderingen bleven buiten beschouwing, omdat ze erg zeldzaam zijn. (Ook in Vlaanderen zijn ze zeldzaam. Maar studenten die op stage gingen buiten Europa, kwamen al wel dergelijke cognitivistische benaderingen tegen.)
De gematigde benadering wint
Met de gematigde aanpak scoren kleuters beter op metingen van beginnende geletterdheid en bovendien profiteert hun mondelinge taalontwikkeling van deze aanpak. Eén jaar later zijn deze effecten nog zichtbaar: zowel voor wat betreft de beginnende geletterdheid als de mondelinge taalontwikkeling. Zo’n gematigde aanpak is dus wel degelijk zinvol, en bovendien onschadelijk voor de mondelinge taalontwikkeling, integendeel.
De meest effectieve methodes
Niet alle realisaties van de gematigde aanpak scoren even goed. De meest effectieve methodes combineren leerkrachtgestuurde en kindgestuurde activiteiten. Ze hebben duidelijke doelen en evaluatiemethodes, ook voor wat betreft cognitieve vaardigheden, het klankbewustzijn en letterkennis. Doordat leerkrachten een helder idee hebben van waar ze naartoe moeten werken, kunnen ze de ontwikkeling van de kleuters beter observeren. Ze plannen doordacht ervaringen om hen verder te brengen in hun ontwikkeling.
In het rapport worden 22 gematigde Engelstalige methodes met elkaar vergeleken. Jammer genoeg bevat het geen informatie over de effectiviteit van onze Nederlandstalige methodes en handleidingen voor beginnende geletterdheid.
Leestip:
Andere blogberichten op kleutergewijs over aspecten van beginnende geletterdheid:
- Zes tips voor betere letterkennis
- Interactief voorlezen (in functie van verhaalbegrip)
- Een prentenboek zonder prenten (kleuters ontdekken de functies van lezen en schrijven)
- Klappen in lettergrepen: overbodig en zelfs hinderlijk volgens recent onderzoek
Robert Slavin, één van de onderzoekers, blogt heel af en toe over kleuteronderwijs.
Wetenschappelijke achtergrond:
Chambers, B., Cheung, A., Slavin, R.E. (2015, September) Literacy and Language Outcomes of Balanced and Developmental-Constructivist Approaches to Early Childhood Education: A Systematic Review. Baltimore, MD: Johns Hopkins University, Center for Research and Reform in Education.
Dit is een systematische review: er werd een overzicht gemaakt van studies die aan strenge kwaliteitseisen voldoen. Alle studies werden bovendien over een langere periode in realistische klassituaties uitgevoerd. De effecten van deze studies werden samen statistisch geanalyseerd, wat resulteert in een veel betere inschatting van de werkelijke impact. Het wetenschappelijk neusje van de zalm dus.
Wordt vervolgd! De onderzoekers hadden graag ook gekeken naar het effect van de kleutermethodes op andere aspecten van ontwikkeling: de sociale vaardigheden of de wiskundige vaardigheden of … Maar er bestaan hierover nog niet voldoende studies die aan hun kwaliteitseisen voldoen. Hopelijk kunnen we binnen 5 of 10 jaar hier bloggen over een nieuw rapport met een andere focus?
(De foto komt van het prentenboek van Tom Schamp: het leukste ABC ter wereld.)
Dit is op X, Y of Einstein? herblogden reageerde:
Een blogpost die voor praktijk en theorievorming interessant kan zijn.
LikeLike
Dit is op Blogcollectief Onderzoek Onderwijs herblogden reageerde:
Dit stuk verscheen op de blog Kleutergewijs. Daarin bespreekt Helena Taelman een rapport van Chambers e.a. over de vraag hoe kleuters het beste kunnen worden voorbereid op het leesonderwijs. Daarover wordt wereldwijd een felle discussie gevoerd tussen degenen die vinden dat kleuters vooral moeten spelen en degenen die vinden dat kleuteronderwijs moet voorbereiden op het eerste leerjaar. Niet verrassend concluderen de auteurs dat een middenweg de voorkeur verdient. Mijn eigen opvatting is dat de deskundigheid van de leerkracht bepalend moet zijn bij de beslissing wanneer een kind aan een meer formele leersituatie toe is.
LikeLike
Het artikel begint met een fatale begripsverwarring. Een kleuter, stelt Helena Taelman, “hoort niet dat ‘soep’ en ‘sok’ met de klank ssss beginnen en ‘kat’ niet.”
Dat hoort een kleuter natuurlijk wel. Elke zich normaal ontwikkelende kleuter hoort dat ‘sok’ iets anders is dan ‘kok’. Dus hoort hij dat ‘sok’ anders begint dan ‘kok’. Maar hoe dat komt, kan hij niet uitleggen.
Dat betekent dat wat kleuters moeten leren, voor ze gaan schrijven en lezen iets anders is dan vaak wordt gedacht. Ze moeten de klanken niet leren horen, want dat kunnen ze al. Ze moeten hun impliciete kennis over hoe woorden in elkaar zitten tot bewuste kennis maken.
De mate waarin de (kleuter)onderwijzer snapt wat er te leren valt zal een grotere invloed hebben op het succes waarmee kleuters het ook echt leren dan de kwestie hoe radicaal of gematigd constructivistisch die (kleuter)onderwijzer precies is.
Precies weten wat de kinderen kunnen en wat niet, precies weten wat ze (dus nog) moeten leren en wat niet: het lijkt het vanzelfsprekende startpunt voor effectief onderwijs, maar dat is het niet. Leest u bijvoorbeeld hier maar na hoe methodemakers op dit punt de bal misslaan: http://www.alfabetcode.be/foneembewustzijn-waarom-horen-ze-het-niet/.
LikeLike
Ik ben het eens met de groep van de gematigheden. Kleuters hebben nog zeker spel nodig want uit spelen leren ze ook. Het zijn nog maar kleine kinderen die nood hebben aan spel. Alleen maar letterkennis, klankbewustzijn en wiskunde geven aan de kleuters zou niet goed zijn voor hen. Ze hebben de capaciteit nog niet om zich heel de dag te concentreren. Dit vraagt veel voor een kleuter. De constructivisten hebben volgens mij ook niet gelijk door alleen spel te gebruiken. De kinderen moeten natuurlijk voorbereid zijn op het eerste leerjaar want dit is wel een hele overschakeling. In het eerste leerjaar moet men zich veel meer concentreren en wordt er minder gespeeld. De kleuters moeten hierop voorbereid worden anders kunnen ze het niet halen in het eerste leerjaar.
LikeLike