Inzetten op MEER- taal en warm partnerschap met ouders via MEER-talig voorlezen

Figuur 1 Drietrapsraket van het project Taalrijk Kansrijk (PXL)

Onze gastbloggers zijn Saar Steverlinck, Annelies Stiers en Hanne Rosius, lerarenopleiders van PXL-education en verbonden aan het expertisecentrum PXL Onderwijsinnovatie. Ze schreven dit bericht in het kader van het project Taalrijk-Kansrijk.

Warm partnerschap

Om MEER – talig voor te lezen ga je op zoek naar een voorlezer die een andere taal spreekt. Die zal samen met de leerkracht voorlezen, maar dan in een andere voor de voorlezer vertrouwde taal. Het kan iemand binnen de school zijn, zoals een leerkracht, medewerker of oudere meertalige leerlingen. Je kan ook kiezen voor iemand buiten de school, zoals anders – of meertalige ouders. Op die manier werk je in één klap aan warm partnerschap. Het is zeker niet noodzakelijk dat het om sterke of ervaren voorlezers gaat. Kijk academisch optimistisch naar ouders en geloof erin dat ouders kunnen voorlezen met de leerkracht aan hun zijde. Evenmin moeten ouders zich op voorhand echt voorbereiden op het MEER – talig leesmoment.  Sommige ouders vinden het uiteraard wel aangenaam het boekje op voorhand even door te nemen. Bied die mogelijkheid dus zeker aan.

Boekenselectie

Begin dan met het selecteren van een geschikt prentenboek:

  • Verkies een boek met narratieve prenten die het verhaal écht dragen boven illustratieve prenten.
  • Ga voor een verhaal met een duidelijke verhaallijn, waar er mogelijkheid is tot (non-)verbale interactie.
  • Check of het boek voldoende kansen tot uitbeelden, uitleggen en woordenschatuitbreiding biedt.
  • Ramen (het uitkijken naar een andere wereld) en spiegels (het herkennen van je eigen wereld) in de personages zijn absoluut een must.

Ter illustratie gebruiken we in het vervolg van dit artikel één van de boeken uit onze MEER – talige boekenplank namelijk ‘Ssst! De tijger slaapt’ van Britta Teckentrup.

Voorbereiding

Vervolgens is het aan de leerkracht om het MEER – talig lezen voor te bereiden. We grijpen daarvoor terug naar de vijf sleutels voor begrijpend lezen (Vlor, 2019): functionaliteit, interactie, strategie-instructie, motivatie en transfer.

  • De sleutel ‘functionaliteit’ realiseer je door kleuters een duidelijk luisterdoel mee te geven. In het geval van meertalig voorlezen is het hoofddoel van je activiteit in eerste instantie niét verhaalbegrip. Je wil eerder aan talensensibilisering doen en bij de kleuters openheid creëren ten opzichte van talenrijkdom. Om daar gericht op in te zetten, stel je voor het voorlezen een luistervraag. Vraag bijvoorbeeld of kleuters geluidjes of zelfs woorden kunnen herkennen in de andere taal. Door gebruik te maken van klanknabootsingen lukt dat perfect voor het verhaal ‘Ssst! De tijger slaapt!’. Woorden die regelmatig terugkomen en duidelijk staan afgebeeld zijn hiervoor ideaal. Zo werden ‘tijger’ en ‘ballon’ in verschillende talen heel makkelijk herkend. ‘Palloncino’, ‘tigre’ en ‘ballow’ leefden nadien in de boekenhoek, de poppenhoek of speelplaats nog een tijdje verder.  
  • De volgende sleutel, interactie, bereik je door voor, tijdens en na het lezen met de kleuters in interactie te gaan over de tekst. Voor het lezen van het boekje ‘Ssst! De tijger slaapt’ kan je bijvoorbeeld vragen in welke situaties de kleuters stil moeten zijn en of ze dat moeilijk vinden. De eerste keer dat we het verhaal voorlezen doen we dat in twee talen. We lezen dan vooral met aandacht voor de andere taal. Bereid vragen voor waarin kleuters iets in het boek moeten aanduiden of nadoen. Deze fysieke activiteiten kunnen ook gemakkelijk uitgelokt worden in de andere taal nadat de kleuters het eerst in het Nederlands deden. Zo kan je vragen om de tijger over zijn neusje te aaien of om met grote passen te stappen zoals de ooievaar in het verhaal.
  • Op vlak van strategie-instructie kan je met het verhaal ‘Ssst! De tijger slaapt’ aan woordbegrip en samenvatten werken. Sta bijvoorbeeld stil bij het woord ‘briljant’ door hardop na te denken. ‘De kikker is briljant omdat …’. Vat het verhaal achteraf samen door te vragen waarom de dieren nu eigenlijk stil moesten zijn.
  • De sleutel ‘motivatie’ bereiken we door voor een onderwerp te kiezen dat aansluit bij de leefwereld van de leerlingen. Het boekje ‘Ssst! De tijger slaapt’ gaat over de vrienden van tijger die hem willen verrassen voor zijn verjaardag. Die situatie is voor heel wat kleuters herkenbaar. Motiveer kleuters met een andere thuistaal door hen in een expertrol te plaatsen. Zo’n kleuter kan bijvoorbeeld iets vertalen of nazeggen in de taal van mama of papa.
  • De sleutel transfer vullen we in onze MEER – talige aanpak in door het verhaal zowel thuis (zie verder) als in de klas te laten verder leven.

In de klas lees je het boek later nog een tweede keer, enkel in het Nederlands deze keer, en leg je in je voorbereiding van de vraagstelling meer focus op leesbegrip. Stel vragen van een verschillend niveau. De taxonomie van Bloom kan hierbij richtinggevend zijn. Bij onderstaand fragment kan je de volgende vragen stellen: “Wat gaat er gebeuren?” en “Geef ooievaar een tip voor als hij dit nog eens wil proberen!”. Ga ook actief met het verhaal aan de slag in bijvoorbeeld de poppenhoek (een verrassingsfeestje organiseren) of de turnles (stilletjes kruipen, sluipen en stappen). Het is zelfs mogelijk om het boek een derde keer te lezen waarin je toespitst op doelen op vlak van wetenschap en techniek (Welke dieren zijn het zwaarst?).

Figuur 2 Fragment uit Ssst! De tijger slaapt

Uitvoering

Het is nooit de bedoeling dat ouders of andere lezers dezelfde voorbereiding maken als hierboven omschreven. Ouders surfen mee op de voorbereiding van de leerkracht. We verkiezen immers een repetitief MEER – talig voorlezen boven een alternerende. Dat houdt in dat de leerkracht eerst de bladzijde in het Nederlands vertelt en dan de tweede voorlezer diezelfde bladzijde onmiddellijk erna in een andere taal.  Na het activeren van voorkennis en het meegeven van een luisterdoel zoals voorbereid, leest de leerkracht dus de eerste bladzijde in het Nederlands. Daarna herhaalt de andere lezer dezelfde bladzijde in een andere taal. Door onderdelen van de prent aan te wijzen, geluiden na te bootsen of expressief te zijn, vervult de leerkracht een voorbeeldfunctie. Ouders of andere lezers nemen deze handelingen vaak spontaan over wanneer zij meteen na de leerkracht dezelfde bladzijde vertellen in hun thuistaal.

Kijk je graag even mee? Klik dan hieronder voor een filmpje!

Transfer

Door ouders uit te nodigen om in hun eigen taal te komen voorlezen open je een deur om er ook thuis verder mee aan de slag te gaan. We geven een MEER – talig briefje mee naar huis om ouders handvaten aan te reiken om de verhalen thuis verder te doen leven en er met hun kind over in interactie te gaan. Het uiteindelijke doel van het project Taalrijk-Kansrijk is immers om ook het thuismilieu van kleuters MEER – talig te maken.

  • Zorg voor een visueel aantrekkelijke brief die kleuters graag afgeven en die eventueel ook oudere broertjes en zusjes aantrekt om mee aan de slag te gaan.
  • De brief bevat minstens een QR – code om het verhaal thuis opnieuw te beluisteren – eventueel in verschillende talen- en tips om thuis samen in interactie te gaan over het verhaal. Je vindt heel wat populaire kinderboeken voorgelezen in verschillende talen op het internet.
  • Probeer een spelletje in de brief te integreren want dat trekt kinderen aan om ermee aan de slag te gaan. Ook broers of zussen zijn zo mogelijk gemotiveerd om het briefje samen te bekijken.
  • Het is voor laagtaalvaardige ouders of ouders die het Nederlands nog aan het leren zijn een meerwaarde om op de brief ook de mogelijkheid te voorzien om de brief te beluisteren in een video.
  • Zorg voor voldoende visuele prikkels die een gesprekje uitlokken. Op de brief bij het verhaal ‘Ssst! De tijger slaapt’ zie je bijvoorbeeld echte foto’s van de dieren uit het verhaal om de aandacht van de kleuter te trekken. De ouders krijgen daarnaast een aantal startvragen om op basis van die foto’s te praten met hun kind.
  • Na het lezen kunnen de kinderen de jarige tijger verrassen met mooie versieringen die ze zelf tekenen of kleuren. En voor wie nog meer wil is er nog de tip om samen een verjaardagliedje te zingen in de eigen taal en dit te bezorgen aan de leerkracht. Zo kan het verhaal weer verder leven in de klas én creëer je weer een extra kans om waardering te tonen voor thuis en de cirkel van warm partnerschap rond te maken. Om dit systeem te doen werken is het wel belangrijk om ouders in het begin van het schooljaar uitleg te geven over de doel en de aanpak van MEER – talig voorlezen én om het systematisch en op regelmatige basis in de klaswerking op te nemen.

Figuur 3 Een aantrekkelijke brief maakt het brugje naar huis


Het MEER – talig voorlezen werd uitgetest en verfijnd in de kleuterklassen van de partnerscholen van het project Taalrijk- Kansrijk. In élke klas waren er ouders bereid om te komen voorlezen. Dit lukte zonder voorbereiding wanneer de leerkracht zelf zijn voorbeeldrol (aanwijzen, geluiden nabootsen, expressie) goed vervulde. Naarmate het project vorderde vroegen er ook ouders spontaan om te mogen komen, aangemoedigd door andere ouders aan de schoolpoort of door hun kinderen. Deze resultaten zagen we ook in scholen met een minder meertalige populatie en scholen die aanvankelijk eerder academisch pessimistisch keken naar meertalige kinderen en ouders. Het toont de laagdrempeligheid van onze aanpak aan. De ogen blinkend van trots van een van de kleuters die haar mama in haar eigen taal zag voorlezen symboliseert voor ons de warme waarde van MEER – talig voorlezen.

Durf jij ook?


Literatuurlijst 

  • Algoet, Marlies. 2016. Maximaal Megataal. Antwerpen: Uitgeverij Garant. 
  • Hoy, W. (2012). School Characteristics That Make a Difference for the Achievement of All Students: A 40-Year Odyssey. Journal of Educational Administration, 50(1), 76-97. 
  • Hoy, W. K., Tarter, C. J., & Woolfolk Hoy, A. (2006). Academic optimism of schools: A second-order confirmatory factor analysis. In Wayne K. Hoy & C. Miskel (Eds.), Contemporary Issues in Educational Policy and School Outcomes, (pp. 135-156). Greenwich, CT: Information Age. 
  • Teckentrup, Britta. 2020. Ssst! De tijger slaapt. Haarlem: Gottmer.
  • Van den Nulft, D. & Verhallen, M. 2009.  “Met woorden in de weer”. Bussum: Uitgeverij Coutinho. 

Over Taalrijk-Kansrijk

 In het project Taalrijk-Kansrijk (PXL Onderwijsinnovatie) vertalen we wetenschappelijk onderzoek naar een concrete en haalbare totaalaanpak om via sterkere taal de toekomstkansen van kleuters te vergroten. Vetrekkende vanuit een academisch optimistische schoolvisie (Hoy, 2012) met geloof en vertrouwen in leerkrachten, kleuters en hun ouders mikt het project op een MEER – talig milieu waarin kleuters kunnen opgroeien. We bouwen dit in een drietrap op: van MEER – talig voorlezen samen met ouders, over MEER – talig vertellen met een brugje naar huis tot MEER – talig praten tijdens alledaagse taalkansen. We accentueren de letters ‘MEER’ in het woord MEER – talig bewust omdat we verschillende culturen en anders – of meertaligheid zien als een positieve uitdaging én extra kans om taalrijke kansen te creëren, zonder afbreuk te doen aan het belang van Nederlands op school. We gaan voor meer taal en meer kwaliteitsvolle interacties, in welke taal dan ook.

Saar Steverlinck

Saar Steverlinck is lector Nederlands aan de Educatieve Bachelor Kleuteronderwijs van Hogeschool PXL (PXL-Education). Binnen het expertisecentrum PXL Onderwijsinnovatie voert ze onderzoek naar talentgericht werken met kleuters en leerlingen van de lagere school. Daarnaast werkt ze binnen het project Taalrijk-Kansrijk aan het stimuleren van taalrijke kansen voor iedereen – in een warm partnerschap tussen ouders en school.

Annelies Stiers

Annelies Stiers werkt als onderzoeker voor het expertisecentrum PXL Onderwijsinnovatie. Ze werkt aan een aantal onderzoeksprojecten op vlak van taal en ouderbetrokkenheid. Binnen het project Taalrijk-Kansrijk werkt ze aan het stimuleren van taalrijke kansen voor alle kleuters. Daarnaast geeft ze freelance vorming voor het Centrum van Taal en Onderwijs. Door als zorgcoördinator in de eerste graad van het lager onderwijs te functioneren blijft ook de klaspraktijk een vertrouwde omgeving. 

Hanne Rosius

Hanne Rosius is lerarenopleider aan het departement PXL-Education van Hogeschool PXL. Ze geeft het vak PAV aan de opleiding educatieve bachelor voor het secundair onderwijs. Daarnaast is ze als onderzoeker op het vlak van digitale didactiek verbonden aan het expertisecentrum PXL Onderwijsinnovatie. Ze doet ook onderzoek naar talentgericht werken en het stimuleren van taalrijke kansen voor iedereen. In 2022 werd ze door het onderwijsmagazine Klasse uitgeroepen tot ‘Leraar van het Jaar’.

2 gedachtes over “Inzetten op MEER- taal en warm partnerschap met ouders via MEER-talig voorlezen

  1. Heerlijk dat jullie je door regeringsdirectieven (minister Weyts: alleen Nederlands in de klas) niet laten intomen en zelfstandig beslissen wat goed is in de kleuterklas! 

    Nu nog jullie kritische blik naar de inhoud van het ‘voorbereidend lezen’ voor kleuters, dat, door druk van uitgeverijen en eenzijdig geïnformeerde/geïnteresseerde leerkrachtenopleiders, uitsluitend klankonderwijs & klankspelling betr. letters en woorden omvat (net als vervolgens meerdere jaren op de basisschool het geval is), wat niet past bij het ontwikkelingsstadium van kleuters, bij vele basisschoolleerlingen overduidelijk niet aanslaat en sedert de 60’er jaren tot immer dalende taalprestaties heeft geleid.

    Renée Laqueur-van Gent
    2970 Schilde

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.