De kracht van samenwerken met álle ouders aan de taalontwikkeling van hun kinderen

Dinsdagochtend 8u20, ik loop samen met drie studenten van de lerarenopleiding binnen in een Brusselse derde kleuterklas. Lesgeefster Nancy van Ligo Brusselleer is al druk bezig: op elke tafel legt ze een prent, een schaar en lijm. Samen halen we extra stoelen in de zaal en dan komen de kinderen aan, samen met hun ouder(s). Nancy, de juf en de studenten onthalen ouders en kinderen, die al goed weten wat er te gebeuren staat: ouder en kind praten in de thuistaal over de prent van het bos – het thema waarrond gewerkt wordt in de klas – en zoeken de dieren. Ik zie dat er druk uitgewisseld, geknipt en gelachen wordt. Achteraf bespreekt de juf de activiteit in de kring. ‘Hebben mama en jij de vos gevonden?’, ‘Wat zei jouw papa over de eekhoorn?’ Er valt heel wat te vertellen.

Het recht op inspraak van kleuters tijdens het nieuwe schooljaar: Waar het hart van vol is, loopt de mond van over.

Niet alleen de oudere kinderen van de lagere school mogen inspraak krijgen in het schoolleven. Onze kleuters hebben er even goed recht op. Dit zowel binnen de muren van hun kleuterklas én daarbuiten. Met dit blogbericht wil ik jullie overtuigen dat inspraak vertrekt vanuit een hart voor kleuters, voor de directeur en kleuterleerkrachten. Een belangrijke boodschap nu de school weer van start gaat en we met zijn allen opnieuw stilstaan bij de organisatie van dat schoolleven.