‘Kleine kippen in de klas?’ Inzetten op sterke relaties tussen school en anderstalige ouders

Bij sommige ouders zat je de afgelopen weken virtueel in de woonkamer. Andere ouders waren wellicht van de digitale radar verdwenen. Hoe knoop je de banden aan met ouders nu de kleuters weer naar school komen? Hoe versterk je warme relaties met anderstalige ouders? Welke kleine acties kun je ondernemen?

Onderzoek biedt daarvoor boeiende inzichten. Zo weten we dat informele ontmoetingen, momenteel op veilige afstand weliswaar, van belang zijn om het vangnet tussen school en ouders te versterken. Hoe minder drempels we ongewild inbouwen, hoe beter. Tijdens mijn doctoraatsonderzoek deed ik huisbezoeken bij een veertigtal gezinnen met een Turkse achtergrond. Wat ik leerde? Het waren niet de briefjes die het deden. Het was niet de formele weg die mijn relatie met de ouders deed bewegen, maar de informele weg: het gesprek aan de schoolpoort, de begroeting op straat, de betekenisvolle blik.

Vertrouwensvol tweerichtingsverkeer

Wederkerige relaties, dat is wellicht de kortste samenvatting van onderzoek naar wat werkt bij ouderbetrokkenheid, ouderparticipatie en partnerschap met ouders. Hoewel die begrippen op verschillende manieren worden ingevuld, is het duidelijk dat effectieve samenwerking draait om vertrouwensvol tweerichtingsverkeer waarin de rollen van ouders en leraren worden bekrachtigd en zij samen de verantwoordelijkheid dragen voor de ontwikkeling van de kinderen (Daamen, 2017).

Wat bijdraagt aan wederkerige relaties is onder meer kinderen laten afzetten in de klas, inloopmomenten in de klas creëren en kleine ontmoetingen faciliteren gedurende de dag. Die eerste twee zullen nu wellicht moeilijker zijn wegens de coronamaatregelen, maar kleine ontmoetingen op veilige afstand zijn ook al zeer waardevol. De kracht van zulke ontmoetingen is niet te onderschatten, zo blijkt uit het doctoraatsonderzoek van Naomi Geens (Geens, 2016). Kleine ontmoetingen brengen school en ouders bij elkaar en bieden steun. Ze doen ons verbonden voelen met elkaar.

Hubert Crals, directeur van de Europaschool in Genk, maakt met zijn schoolteam al jaren werk van zulke ontmoetingen. Wat volgens hem de gouden tip is om warme relaties met anderstalige ouders te onderhouden? ‘Zichtbaar zijn. Een directeur en een zorgcoördinator die zich opsluiten in hun kantoor en leraren die in hun klas blijven is geen goed idee. Mensen moeten je kunnen aanspreken.’ (Hubert Crals zoals geciteerd in Frijns, 2019, p. 54)

Behoeftegerichte taallessen en projectwerk op school

Een andere mogelijkheid is het Antwerpse Kaap-aanbod, waarbij anderstalige ouders lessen Nederlands volgen op de school van hun kind én eigenhandig een project op poten zetten (Drijkoningen, Frijns, & Van Beirendonck, 2011; Van Beirendonck & Frijns, 2020). In dit Kaap-aanbod worden heel wat ouders bereikt die de weg naar het reguliere aanbod aan het Centrum voor Basiseducatie (CBE) of Centrum voor Volwassenenonderwijs (CVO) moeilijker vinden. Bovendien speelt Kaap sterker in op de taalleerbehoeften van de ouders: ze gaan meteen met echte situaties op de school van hun kind aan de slag, in plaats van veeleer generieke situaties in een algemene cursus Nederlands. Hoe die Kaap-lessen verlopen? In onderstaand filmpje vang je een glimp ervan op.

Het project dat de ouders opzetten kan van alles omvatten. Van een juffenreceptie tot een multicultureel buurtfeest: de ouders kiezen. De enige voorwaarde is dat de ouders zichtbaar zijn: ze zijn niet ‘verstopt’ in de schoolkeuken maar vormen een centrale spilfiguur van het project waarvoor zij allerlei zaken regelen en organiseren. Een taalleraar van een plaatselijk CBE of CVO ondersteunt hen daarbij. Hoe dat werkt? Annemie Van Beirendonck, Kaap-leerkracht in Antwerpen, vertelt erover in onderstaand interview.

Ouderbetrokkenheid ‘achter de schermen’

Of je nu voor kleine ontmoetingen kiest, Kaap-projecten of een combinatie van beide: tijdens de gesprekken die ontstaan, komen we vaak te weten dat ook anderstalige ouders erg betrokken zijn bij het schoolleven van hun kind. ‘Ik wil weten wat mijn kindje in de klas doet’, zegt zo’n Kaap-ouder bijvoorbeeld.

De ouder die we voor het Kaap-project misschien minder op school zagen blijkt ‘achter de schermen’ wel om het schoolleven van het kind bekommerd te zijn. In onderzoek noemen we dat ook wel ouderbetrokkenheid thuis (tegenover ouderbetrokkenheid op school). Wat blijkt? Succesvolle ouderbetrokkenheid gaat niet zozeer om het aantal keren dat je als ouder op school bent of helpt met huiswerk, maar vooral over interesse tonen in het schoolleven van het kind en studeergewoonten bekrachtigen – en dat gebeurt vaak in woonkamers, zonder dat de school en de bredere samenleving het zien (Castro et al., 2015). Het is dus niet omdat we een ouder minder vaak op school zien dat die ouder ook minder betrokken zou zijn bij het schoolleven van het kind.

Een groep Kaap-ouders voelde dat zelf ook zo aan en kroop drie jaar geleden in de pen om te reageren op de uitspraak dat allochtone ouders minder betrokken bij de school zouden zijn. De Kaap-ouders schreven een open brief en lichtten hun opinie toe in De Standaard. Zo maakten ze zichtbaar wat soms meer ‘achter de schermen’ gebeurt dan ervoor.

De kleine dingen

Zoals zo vaak zijn het dus de kleine dingen die het doen: een lijn verleggen of uitgummen zodat ouders hun kinderen in de klas af kunnen zetten (zodra het coronagewijs kan), een betekenisvolle blik uitwisselen of… een broedkas in de klas zetten. Zo was er tijdens mijn doctoraatsonderzoek een kleuterjuf die het thema ‘De kip en het ei’ levensecht maakte aan de hand van een broedkas in de klas. Ze prikkelde er niet alleen de nieuwsgierigheid van de kleuters mee, maar ook die van hun ouders: ‘Wij hebben gehoord over die kleine kippen in de klas. Mogen wij eens komen kijken?’

Op welke kleine ontmoeting met ouders wil jij komende weken inzetten? Waarover wil je, weliswaar op veilige afstand, een babbeltje slaan?

Dit blogbericht werd geschreven door Carolien Frijns (Arteveldehogeschool) binnen het vervolgtraject van Kleine Kinderen Grote Kansen (2019-2020, Koning Boudewijnstichting & Departement Onderwijs en Vorming). Ben jij erbij op het grote slotevent van Kleine Kinderen Grote Kansen op 5 oktober? Houd de Facebook-pagina in de gaten. Volg ons ook op Twitter.

Literatuur

  • Castro, M., Expósito-Casas, E., López-Martín, E., Lizasoain, L., Navarro-Asencio, E., & Luis Gaviri, J. (2015). Parental involvement on student academic achievement: A meta-analysis. Educational Research Review, 14, 33-46.
  • Daamen, W. (2017). Partnerschap met ouders: wat werkt. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut.
  • Drijkoningen, J., Frijns, C., Van Beirendonck, A. (2011). Oudervolgsysteem Taalvaardigheid evalueren binnen Ouders in (inter)Actie/ Kaap. Heruitgave met steun van BAOBAB vzw Antwerpen en het Impulsfonds voor het Migrantenbeleid. Leuven: Centrum voor Taal en Onderwijs. Raadpleegbaar via www.schoolenouders.be
  • Frijns, C. (2019). De vliegtuigklas. Naar sterk taalonderwijs op de basisschool. Kalmthout: Pelckmans Pro.
  • Geens, N. (2016). Een expert in koffie schenken ben je niet zomaar! Kiddo, 3, 10-13.
  • Van Beirendonck, A. & Frijns, C. (2020, 18 februari). ‘Ik wil weten wat mijn kindje doet in de klas!’ Inzetten op participatie van laaggeletterde, anderstalige ouders. Brussel: Tweede lerend netwerk Kleine Kinderen Grote Kansen. Raadpleegbaar via https://www.grotekansen.be/nl/vervolgtraject_2019_2020/231

4 gedachtes over “‘Kleine kippen in de klas?’ Inzetten op sterke relaties tussen school en anderstalige ouders

  1. Graag voeg ik nog een suggestie voor de band ouder-school toe: nodig ouders uit een dag(deel) meedoen in de klas. Ik herinner me een krantenartikel van jaren geleden, waarin gewag werd gemaakt van het feit dat Israelische scholen anderstalige ouders op die manier succesvol hielpen met Ivriet leren.

    Geliked door 2 people

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.