Stoppen met ‘moeten’! Hoe moet dat?

Bestaat er een beroep waarin je nog meer ‘in the picture’ staat dan het beroep van leraar?
Iedereen heeft ervaring met onderwijs. Velen voelen zich dan ook geroepen om zich te mengen in het debat als het gaat over onderwijs en wat het onderwijs al dan niet ‘moet’ verwezenlijken én hoe. Het lijkt wel of bijna iedereen eisen stelt aan de leraar: de maatschappij, de arbeidsmarkt, ouders, schoolleiding, inspectie,… Maar ook de leraren zelf leggen de lat vaak hoog. Dit alles maakt dat leraren onder druk komen te staan. Zij trouwens niet alleen, want ook hun leerlingen kampen met vergelijkbare problemen.

Gestreste leraren, angstige kinderen?

Het gaat anno 2019 niet al te best met onze leraren in Vlaanderen. De meeste ziektedagen zijn, net zoals de voorbije jaren, het gevolg van psychosociale aandoeningen zoals stress, depressie of burn-out (Stouffs, 2019). Leraren kreunen onder de hoge werkdruk. Ze trekken op 20.03.19 aan de ultieme alarmbel door te staken.

Ook onder leerlingen zien we een gelijkaardig patroon. Een op de drie heeft last van angst en stress. Kleuters ontspringen jammer genoeg de dans niet, volgens inspectrice Hilde Reyniers: ‘Kleuters met stress zijn geen uitzondering meer’ (Leemans, 2015).

Dit zijn verontrustende vaststellingen. Ongetwijfeld zijn er vele oorzaken maar één is wellicht een ongezonde prestatiedrang in deze maatschappij, aldus Kusters & Visser (2018).

Torenhoge eisen

Er worden steeds hogere eisen gesteld aan leraren en leerlingen en dat gaat ten koste van hun welzijn, zo stelt Anne Speckens, hoogleraar psychiatrie. Leraren hebben het gevoel dat ze constant verantwoording moeten afleggen en dat ze aan zo veel eisen moeten voldoen, dat ze vooral bezig zijn met wat de buitenwereld wilt. Maar dat strookt niet noodzakelijk met wat zij diep vanbinnen voelen dat hun leerlingen nodig hebben. Dit frustreert leraren en zorgt voor ‘prestatiepijn’.

Prestatiepijn

‘We leven in een overspannen samenleving waarin prestatiepijn de norm is’, schrijven Kusters en Visser in hun boek ‘Prestatiepijn’.

Negatieve prestatiepijn omschrijven zij als het leed dat je ervaart als je meent te moeten voldoen aan te hoge verwachtingen van de maatschappij, de mensen om je heen of jezelf. Positieve prestatiepijn is het tegenovergestelde: je levert een prestatie die in lijn ligt met wie je bent en waar je naartoe wilt.

Meten is weten?!

De taal van de wetenschap beïnvloedt de manier waarop we ook buiten die wetenschap over opvoeding en onderwijs praten, stellen Ramaekers en Suissa (2012). Een meetcultuur vindt sluipend zijn weg binnen het onderwijs, en werkt zo ook bij leerlingen prestatiepijn in de hand. Zelfs in de kleuterklas monitoren we kleuters met bijvoorbeeld schoolrijpheidstesten. Dat terwijl de leraar een heel schooljaar lang onderweg is met zijn leerlingen en we wellicht, los van testen, mogen vertrouwen op de inschatting die de leraar als professional van het leerproces van een kind kan maken.

Gaat er tegenwoordig niet te veel aandacht naar presteren, het invullen en opvolgen van leerlingvolgsystemen en testen om pakweg schoolrijpheid te meten? ‘Meten is weten’ heeft de slinger misschien doen doorslaan?

Weg met negatieve prestatiedrang

Is een andere toekomst mogelijk, een toekomst die begint bij ons onderwijs en de opvoeding van nieuwe generaties? Een toekomst waarin we best hoge verwachtingen van onze kinderen mogen hebben, waarin we hen nog steeds uitdagen en prikkelen, maar waarin we hen ook de ruimte bieden om te experimenteren en te falen, en vooral om te ‘leren’ zonder dat we altijd op voorhand moeten definiëren wat het ‘leren’ precies zal opleveren?

Als we bovendien meer afstand proberen te nemen van alle verwachtingen van buitenaf, zo zeggen Kusters en Visser, dan leren we weerstand te bieden tegen de eisen die niet goed voor ons zijn. Zo kunnen we de negatieve prestatiedrang achter ons laten en naar een toekomst met meer oog voor welbevinden gaan.

Pleidooi voor kwetsbaarheid en welbevinden

Kusters en Visser stellen dat kinderen opvoeden en onderwijzen als leraar ons kwetsbaar maakt. Die kwetsbaarheid is inherent aan leraar zijn. Een leraar gaat met leerlingen op weg. Leraren en leerlingen zijn onderweg afhankelijk van elkaar. We moeten erop vertrouwen dat leraren het beste met leerlingen voor hebben.

Als we het beste voor kinderen willen, moet welbevinden centraal staan, zowel in de klas als in de samenleving. Welbevinden is geen extraatje maar raakt net de kern. Onder invloed van de positieve psychologie is er steeds meer aandacht voor welbevinden. In 2006 startte de universiteit van Harvard zelfs een cursus hierover. Dit werd de meest succesvolle cursus uit de hele geschiedenis van de gerenommeerde universiteit. Als we welbevinden belangrijk vinden voor onze kinderen, dan moeten we dit als leraren zelf ook voorleven. Dit door zowel privé als in de klas goed te zorgen voor het eigen welbevinden en dat van elkaar. Laten we daarmee alvast starten.          

Tot slot

Hoe zou de samenleving eruit zien als het niet allemaal draait om presteren maar ook om ons welzijn?
Hoe kunnen we onze kwetsbaarheid omarmen zodat we als mens en leraar kunnen floreren?
Hoe kunnen we onze kinderen ondersteunen om dat eveneens te doen?

Bronnen

Brown, B. (2013). De kracht van kwetsbaarheid. Utrecht: Bruna.

De Graaff, C. (2015). Schooljournaal. Gefeliciteerd, je hebt een burn-out. Geraadpleegd op 21 maart 2019, via https://onderwijs.cnvconnectief.nl/fileadmin/user_upload/PDF/Schooljournaal_pdfs/Pagina_s_van_SJ15_1-48.pdf

Kusters, F., I. & Visser, A. (2018). Prestatiepijn. Opvoeding en onderwijs voor een ontspannen samenleving. Leiden: Phronese.

Leemans, N. (2015). Ligt de druk op kleuters steeds hoger?
Geraadpleegd op 20 maart 2019, via https://www.klasse.be/516/ligt-de-druk-op-kleuters-steeds-hoger/

Ramaekers, S. & Suissa, J. (2012). The claims of parenting: reasons, responsibility and society. Dordrecht: Springer.

Stouffs, L. (2019). Meeste ziektedagen in onderwijs nog steeds het gevolg van psychosociale aandoeningen. Geraadpleegd op 21 maart 2019, via https://sentral.kluwer.be/NewsView.aspx?id=VS300673450&contentdomains=SentralNEWSS&lang=nl

2 gedachtes over “Stoppen met ‘moeten’! Hoe moet dat?

  1. Dag Hanne

    dank voor je blogbericht.

    Je stelt op het einde deze vraag: Hoe zou de samenleving eruit zien als het niet allemaal draait om presteren maar ook om ons welzijn?

    Is het echt zo gesteld dat het in onze samenleving enkel om presteren draait? Of is dat een beeld dat we er zelf op plakken? En wie is hier ‘de samenleving’?

    Ik wil de vraag ook graag eens omkeren: Hoe zou de samenleving eruit zien als het allemaal draait om welzijn en niet om presteren?

    En nog belangrijker: in welke mate zijn (de aandacht voor) presteren en welzijn aan elkaar gelinkt? Je vraag lijkt te suggereren dat we meer moeten kiezen voor welzijn ‘ten koste van’ presteren. Maar kan je niet meer welzijn creëren en tegelijk blijvende aandacht op prestatie hebben? Leren omgaan met mindere prestatie? Welzijn trachten te behouden in prestatie-gedreven klimaat?

    Waarschijnlijk is het een discussie over in welke mate de school dan maatschappij volgend of maatschappij vormend moet/kan zijn.

    Ikzelf zou ervoor opteren veeleisend te blijven, er het beste willen uithalen, uit elk kind (ja, dat is aandacht voor prestatie), met tegelijk blijvende aandacht voor het welzijn van het kind. Vast en zeker een hele prestatie als je dat als kleuterleerkracht tot een goed einde brengt, maar eentje die je welbevinden een boost geeft, laten we het proberen!

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.