Yes we can!

Obama zal met deze slogan de geschiedenis ingaan. Hij was niet de eerste en zal ook niet de laatste zijn die mensen inspireert en motiveert door hun geloof in een betere toekomst aan te wakkeren. Een toekomst mét hem uiteraard.

Jij kan het verschil maken

De stap van de ene slogan naar de andere is klein, maar er schuilt een grond van waarheid in. Kleuters leren meer als hun juf of meester in hen gelooft en de lat hoog legt. Kleuters leren meer als hun leerkracht niet alleen de zakjes vol problemen ziet maar ook de sterke ruggen die ze torsen. Goede leerkrachten zetten rugzakken aan de kant en ruilen ze voor heliumballonnen. Ze geven kleuters een licht gevoel. Ze laten kinderen loskomen en zetten ze in beweging.

Geen eilandjes van succes maar een transportband

In juni had ik het genoegen Jorge Gonzalez en Sharolyn Pollard-Durodola te spreken, twee Amerikaanse proffen die op bezoek waren bij mijn collega Helena Taelman voor het project Wereldwoorden. Zij kenden de beeldspraak van de rugzakjes niet. Maar ze leerden me wel het fantastische boek Whatever it takes van journalist Paul Though kennen dat twee andere juweeltjes van metaforen bevat.

Het boek gaat over Geoffrey Canada, de bezieler van the Harlem Children’s Zone. Hij heeft het gehad met intensieve kortlopende projecten die kansarme kinderen een betere toekomst moeten bieden. De effecten gaan snel teloor eenmaal het project afgerond is. Wat we nodig hebben, zegt hij, is een alomvattend programma van lange adem, als een enorme transportband, een die begint van voor de geboorte en die loopt tot de kinderen jongvolwassen zijn.

Koppels die een kind verwachten, moeten weten wat het inhoudt ouders te worden. We moeten hen uitleggen dat slaan niet helpt, ook al doet iedereen het en heeft het direct effect. Nadien moeten er goede crèches zijn en gedreven kleuterjuffen, goede lagere en secundaire scholen die de kinderen uitdagen. Dit alles mag niet voor de happy few zijn, de gelukzakken die de onderwijsloterij winnen, maar voor iedereen. Alleen zo maken we school, alleen zo kunnen we mensen eigenwaarde geven. We tonen ze dat het kan. Ze zien het want ook hun buren gaan vooruit, de hele buurt verandert. Gedaan met de eilandjes van succes, gedaan met de succesverhalen van mensen die ontsnappen uit het ghetto. We veranderen de hele wijk met iedereen erin.

Er zijn mensen die Canada verwijten dat hij als Afro-Amerikaan de andere zwarten in Harlem stigmatiseert door hun slechte opvoedingsgewoonten op de korrel te nemen. Is dat helpen? Hij legt de fout bij hen en zo zou hij blanken een excuus geven om zwarte gemeenschappen niet te steunen. Canada verdedigt zich door te zeggen dat de feiten zijn wat ze zijn. Hij benoemt wat hij ziet: Harlem bereidt zijn kinderen niet goed voor op onderwijs. Dat moet veranderen, te beginnen met de basisovertuigingen van ouders. Een kind dat een vraag stelt of zijn mening laat horen is niet stout. Dat is nu eenmaal wat een kleuter doet. Het is geen gebrek aan respect. De totaalaanpak van de transportband, de aanpak van bij de wortel, versterkt de Afro-Amerikaanse gemeenschap juist. Iedereen zal kunnen zien hoe rijk de zwarte cultuur wel is.

Geef me vuur. En veel poeier.

Het verhaal is er een van vallen en opstaan, maar naar het einde van het boek wordt duidelijk dat Geoffrey Canada naam gemaakt heeft. Yes-we-can Obama heeft zijn project opgepikt in de campagne. Hij wordt een veelgevraagd spreker die van hot naar her vliegt. Paul Though kan hem nog eens op een zeldzaam rustig moment interviewen en vangt een tweede schitterende metafoor. Canada heeft een reportage gezien over Newtons ontdekking van de zwaartekracht en ziet er een analogie in met wat hij betracht met the Harlem Children’s Zone. Toen Newton dat concept wou uitleggen vertelde hij dat als je een kanonbal zou afschieten van op de Mount Everest, die kogel een heel eind zou reizen, maar uiteindelijk toch zou neervallen door de zwaartekracht. Hoe harder je hem zou afvuren, hoe verder hij zou vliegen vooraleer hij terug op de aarde zou vallen. Maar wat het artikel niet vertelde, zei Canada, is dat als je een kanonbal zo hard kan afvuren dat hij aan de zwaartekracht ontsnapt en in een baan om de aarde terechtkomt. De vraag is wat er nodig is om een dergelijke ontsnappingssnelheid te bereiken? Wat moeten we doen om er voor te zorgen dat de kinderen die we begeleiden zo sterk worden dat ze echt gelanceerd zijn voor een ander leven?

raket

Een prikkelende vraag, ook voor ons.

Can we?

 

 

Tough, Paul (2008) Whatever it takes

Lezen in het Nederlands

Masschelein, Jan & Simons, Maarten. (2012) Apologie van de school. Acco.

Masschelein Jan. Red. (2008) De lichtheid van het opvoeden. Lannoo campus. Dit boek gaat dieper in op de rugzakmetafoor en geeft aan dat hij op zijn beurt de mosterd haalde bij de Franse filosofe Simone Weil die het heeft over de lichtheid van het opvoeden. Maar dat boek is een stuk minder toegankelijk.

NPR (National Public Radio), die uitstekende reportages maakt, had een lang interview met zowel Canada als Though. In het Engels. http://www.npr.org/player/v2/mediaPlayer.html?action=1&t=1&islist=false&id=94576366&m=94625579

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.