Niet iedereen viert Kerstmis: 8 tips voor een inclusieve feestmaand in je klas  

Deze blogpost werd geschreven door Kato Luyckx, samen met Eva Dierickx – AP Hogeschool Antwerpen

Het is gezellig in de klas van juf Tanya. Er hangen veel lichtjes op, er staat een kerstboom die ze samen met de kleuters heeft versierd met daaronder enkele cadeaus en zelfgemaakte kerstkaarten. De kleuters praten geregeld over hoe zij hun kerstboom thuis hebben versierd of wat ze na de Sint nog op hun verlanglijst hebben staan voor Kerst of Nieuwjaar.  
Verschillende kleuters, zoals Ayun en Sara, vieren Kerst thuis niet. Ze nemen deel aan de activiteiten en luisteren mee, maar lijken toch minder betrokken dan anders. Ayun pikt soms in op de gesprekken en zegt dan bijvoorbeeld dat hij met zijn papa ook een hele grote kerstboom gaat kopen, hoewel juf Tanya weet dat dat niet zal gebeuren. 
En Ariana heeft een lange verlanglijst en zegt dat ze veel cadeaus zal krijgen, maar juf Tanya weet dat haar familie het financieel niet breed heeft. 

De activiteiten van de Sint zijn nog maar net afgerond en het is al tijd om het kerstmateriaal boven te halen. December is een drukke maand, maar ook één die volgens velen in teken staat van verbondenheid, gezelligheid en vriendschap. Het kan nostalgische herinneringen oproepen over de periode waarin je zelf als kind enthousiast was omdat de Sint kwam, of genoot van gezellige familiefeesten samen. Maar zoals je las, hebben deze feesten niet voor alle kinderen in de klas dezelfde betekenis of waarde. 

Moeten we alle (religieuze) feesten afschaffen?  

Absoluut niet: feesten in de klas zijn belangrijk omwille van veel redenen, zoals de verbondenheid die ze scheppen, de verbinding die ze creëren met waarden, tradities en cultuur en de spiritualiteit of zelfs gevoelens van magie die ermee gepaard gaat (Bisson, 2016).  
We willen je dus niet vertellen dat je Sint en Kerst overboord moet gooien: geniet vooral heel erg van de gezelligheid en warmte samen met de kleuters deze maand!  
 
We willen je wel uitnodigen om deze periode aan te grijpen om een stapje verder te zetten richting een inclusieve, sociaal rechtvaardige leeromgeving.  
 
In een sociaal rechtvaardige opvoeding willen we elk kind de kansen geven om zichzelf te zijn én zich te ontplooien tot de personen die ze willen worden (Derman-Sparks, Edwards, & Goins, 2020). Al vanaf zeer jong wordt de ontwikkeling van kinderen beïnvloed door wat ze oppikken uit hun omgeving (Brown, 2021). Ze ontwikkelen al snel een beeld over hoe onze samenleving werkt en gaan daarbij op zoek naar hoe zij daar dan binnen passen.  Zo horen en zien ze deze maand bijvoorbeeld veel boodschappen die bevestigen dat cadeaus krijgen en een kerstboom zetten ‘de norm’ is.  Voor kinderen die Kerst en Sint vieren is dat een fijne erkenning. Voor kinderen zoals Ayun, Ariana en Sara kan dit echter de boodschap meegeven dat zij er toch niet helemaal bij horen zoals ze zijn. 

Als leerkracht wil je natuurlijk élk kind ondersteunen bij de ontwikkeling van een sterk en positief zelfbeeld en het gevoel van erbij horen (Derman-Sparks et al., 2020). In dit specifieke voorbeeld kan je dat doen door ervoor te zorgen dat de kinderen die de feesten van de meerderheid níét vieren (zoals Ayun en Sara) zichzelf en hun families ook terugzien in je klasaanbod. 
 
Daarnaast willen we in een sociaal rechtvaardige opvoeding ook inzetten op respect voor elk persoon, ongeacht identiteit of achtergrond. We stimuleren kinderen daarbij om verder te kijken dan hun eigen leefwereld en om zich waarderend op te stellen ten opzichte van diversiteit (Derman-Sparks et al., 2020). Als we werken rond feesten, wil dat dus ook zeggen dat we kinderen die Kerst en Sint vieren, willen tonen hoe ‘feesten’ nog kunnen zijn, buiten wat ze zelf ervaren en al kennen.  

Waarom vieren we sommige feesten wel en andere niet? 

  • Rond welke feesten werk jij (graag)? 
  • Zijn de feesten die je aan bod laat komen allemaal feesten die (enkel) jij viert? Zijn er ook feesten bij die (enkel) de kinderen kennen en/of vieren? 
  • Wat zijn jouw gevoelens of ervaringen bij een bepaald feest? Zijn dat dezelfde als die van de kinderen? Zo hebben veel leerkrachten warme, nostalgische gevoelens bij Sinterklaas, maar is dat ook zo bij de kinderen in je klas?  
  • Waarom werk jij rond sommige feesten en andere niet? Waarom bepalen sommige feesten mee jouw jaarplanning, bijvoorbeeld in de vorm van ‘vaste’ thema’s, en andere veel minder? 
    Soms ben je ook afhankelijk van beslissingen die van hogerhand gemaakt worden (bv. het kerstverhaal in een Katholieke school), maar is er ook ruimte voor andere feesten? 

Bovenstaande vragen nodigen uit om even stil te staan bij je eigen perspectief en de doelen die je in je aanbod vooropstelt (Bisson, 2016). Misschien zie je hierdoor zelf al mogelijkheden om je eigen aanbod te verruimen, of zie je opties om meer in te zetten op de doelen van een sociaal rechtvaardige opvoeding? 

 
Acht tips om inclusief te werken rond (religieuze) feesten  

We kennen ondertussen steeds meer leerkrachten die op een inclusieve manier rond ‘feesten’ aan de slag gaan. Zo vraagt juf Carlien aan het begin van het schooljaar aan de ouders welke feesten zij met hun kinderen vieren, zodat ze hier tijdens het jaar ruimte voor kan maken in haar activiteitenaanbod. Meester Rens start tijdens kringmomenten in december ook gesprekken op rond Chanoeka en toont daarbij verschillende mooie afbeeldingen en filmfragmenten. En juf Ilham focust heel erg op activiteiten die inzetten op verbondenheid tussen de kleuters en neemt zo de aandacht weg van ‘cadeaus’ en ‘verlanglijsten’. 

Vanuit literatuur en goede praktijkvoorbeelden die we al op verschillende scholen zagen, kunnen we je enkele tips aanreiken: 

  • Je kan aandacht besteden aan verschillende feesten die tijdens ongeveer eenzelfde periode plaatsvinden, zoals Chanoeka, Divali, Kwanzaa of Chinees Nieuwjaar. Je kan natuurlijk onmogelijk aan élk feest aandacht besteden en dat hoeft ook niet. Het is vooral belangrijk om bewust te kiezen voor bepaalde feesten op basis van de achtergrond of beginsituatie van jouw kleuters en de doelen die je wil vooropstellen, liefst samen met collega‘s (Campbell, Jamsek, & Jolley, 2004). 
     
  • Verschillende feesten aan bod laten komen, betekent niet dat je die allemaal moet ‘vieren’.  Je kan kinderen wél informeren en diverse perspectieven tonen (Bisson, 2016; Gann, 2006). Naast jezelf informeren, kunnen de kleuters zelf of hun ouder(s) jou ook helpen om informatie of persoonlijke ervaringen of herinneringen te delen met de klas. Daarbij ligt de nadruk niet zozeer op het diep ingaan op religieuze aspecten, maar vooral op het verkennen van verschillende invalshoeken en gemeenschappelijke onderliggende waarden. In het geval van de winterfeesten kan het dan bijvoorbeeld gaan over verbondenheid, spiritualiteit en licht (Bisson, 2016). 
     
  • Ga in gesprek met ouders/verzorgers over de feesten die zij met hun kinderen thuis vieren. Liefst vraag je al aan het begin van het schooljaar welke feesten de kinderen uit jouw klas vieren en welke belangrijke waarden of gebeurtenissen daar voor hen dan bij horen. Zo kan je hier doorheen heel het schooljaar rekening mee houden in je aanbod.   
     
  • Je kan op een inclusieve manier omgaan met de manier waarop je feesten introduceert. Zo kan je thema’s als ‘Kerst’ gemakkelijk verbreden naar bijvoorbeeld een thema als ‘licht en donker’ om ruimte te maken voor de verschillende feesten die tijdens dezelfde periode gevierd worden, zoals Chanoeka en Diwali.  
    Voorzie bij je activiteitenaanbod ook ruimte voor de inspraak van kinderen. Zijn alle hoeken in thema Kerst of zijn er nog andere spelmogelijkheden? Moet elk kind deelnemen aan de activiteiten ‘een kerstkaart maken’ of ‘kerstballen sorteren’ of hebben ze een keuze?  
     
  • Benadruk dat feesten niet op één bepaalde manier gevierd worden (Bisson, 2016). Het is vooral belangrijk om dit te nuanceren wanneer je feesten niet erg diepgaand verkent, bijvoorbeeld wanneer je werkt met prentenboeken zoals Feest je met ons mee (Kathleen Amant). Dit zijn waardevolle en het meest beschikbare soort boeken om een diversiteit aan feesten te tonen, maar geven slechts kort weer (op één of twee pagina’s) hoe een feest er kan uitzien. Nuanceren dat feesten op verschillende manieren gevierd worden, kan je doen door in gesprek te gaan met de kleuters en extra toelichting te geven, zoals: “Wanneer mensen Chanoeka vieren, is het de gewoonte dat ze elke dag één extra kaars aansteken van de menora of chanoekia, dat is een kandelaar met 8+1 kaarsen. Het kan het zijn dat ze cadeaus aan elkaar geven, maar dat hoeft niet. Dat is ook bij Kerst bijvoorbeeld zo: soms worden cadeaus gegeven, soms niet.”  
     
  • Benadruk verbinding en niet hoe ‘anders’ een feest is (Derman-Sparks et al., 2020). In bovenstaand voorbeeld wordt op een verbindende en eerder objectieve manier over Chanoeka en Kerst gepraat. Door te letten op inclusief taalgebruik worden alle feesten als evenwaardig beschouwd en leg je minder nadruk op het ‘anders’ of ‘vreemd’ zijn van bepaalde feesten. Wanneer je informatie wil geven over bepaalde feesten, vermijd je dus best zinnen als: “Bij hen is dat anders, want zij steken tijdens Chanoeka elke avond een kaars aan en wij niet” en kan je beter gaan voor alternatieven als “Tijdens Chanoeka wordt elke avond een extra kaars aangestoken. Wie kent er nog een feest waarbij soms kaarsen worden aangestoken?” 
     
  • Ga zorgzaam om met de commerciële kant van feestdagen. Veel feesten gaan gepaard met uitgebreide maaltijden en veel cadeaus. Wees er waakzaam over dat niet elk kind mee viert of cadeaus zal krijgen. Concreet kan je erop letten dat activiteiten als ‘cadeaus inpakken’ of ‘verlanglijsten maken’ je aanbod niet te veel domineren.  Sta ook stil bij hoe je hierover praat en wees sober met vragen als “wat wil jij graag van de Sint krijgen?” of “wow, tof dat Thibeau nieuwe Playmobil kreeg, wat kreeg jij, Rikkie?”.  
     
  • Toon en bespreek diverse feesten ook in klassen waar iedereen thuis Kerst, Sint en Pasen viert. Het is voor elk kind een meerwaarde om verschillende perspectieven op onze superdiverse samenleving aangeboden te krijgen (Derman-Sparks et al., 2020). 

Tot slot: feesten zijn het uitgelezen, maar zeker niet het enige moment om culturele en religieuze diversiteit te tonen en bespreekbaar te maken in de klas. Cultuur en religie omvatten immers veel meer dan enkele feestdagen (Bisson, 2016). Het is dus belangrijk om het niet alleen te hebben over bijvoorbeeld de Islam wanneer Eid al-fitr (Suikerfeest) gevierd wordt. Ook in je dagelijkse werking kan je op representatie inzetten door personen met verschillende religieuze, culturele en sociale achtergronden te tonen in verhalen, in je klasaankleding en in de rolmodellen die je aanbiedt. 

Meer weten? 

  • Bestel alvast ons boek over inclusief en sociaal rechtvaardig onderwijs & opvoeding van kinderen tussen 0 en 7 jaar (voorziene uitgave in mei 2023) ‘SSSST… Dat mag je niet zeggen! Over hoe we jonge kinderen zonder vooroordelen kunnen opvoeden en waarom dat dringend nodig is.’ door Eva Dierickx, Kato Luyckx en Zarissa Windzak 
  • In de webshops Cargo Confetti en Bahiashop vind je inclusief materiaal, zoals prentenboeken, (knutsel)materialen of een kaartenset met verschillende feesten. 
  • In het praktijkwetenschappelijk onderzoek Kleu(te)rRijk (AP Hogeschool) ondersteunen we leerkrachten bij het werken aan intercultureel kleuteronderwijs.  

De mooie foto bij deze post werd genomen in de klas van leerkrachten Julie en Liesbeth in De gele Ballon, Antwerpen. 

Bronnen 

Bisson, J. (2016). Celebrate! An anti-bias guide to including holidays in early childhood programs. Redleaf Press. 

Brown, C. S. (2021). Unraveling Bias: How prejudice has shaped children for generations and why it’s time to break the cycle. BenBella Books. 

Campbell, K., Jamsek, M., & Jolley, P. D. (2004). Planning holiday celebrations: An ethical approach to developing policy and practices. Texas Child Care, 28, 24-31. 

Derman-Sparks, L., & Edwards, J. O. (2020). Anti-bias education for young children and ourselves (2nd Edition). National Association for the Education of Young Children. 

Gann, C. (2006). Is Banning Holidays the Only Way?. Educational Horizons, 85(1), 12-18. 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.