Wat zou er gebeuren als… een kleuterklas ineens maar 15 kleuters zou tellen?

“Als ik in het buitenland vertel hoeveel kleuters ik in mijn kleuterklas onder mijn hoede heb, vaak op mijn eentje, dan zetten ze grote ogen op.”

Ons Vlaams kleuteronderwijs is bekend voor de grote kleuterklassen, en het feit dat er weinig personeel is ten opzichte van het aantal kinderen, in vergelijking met andere landen. Het aantal kinderen per personeelslid ligt in België rond 16, dat is met de extra ondersteunende leerkrachten en kinderverzorgers meegerekend (cijfers van 2016, volgens OECD-rapport Starting Strong 2017). Dit is net hoger dan in Frankrijk (15) of Nederland (14), maar veel hoger dan in Duitsland (9) of Groot-Brittannië (10) of Luxemburg (11) om maar onze buurlanden te noemen.

Wat zou er gebeuren als we die omstandigheden zouden kunnen aanpassen? Ik bespreek een recent Amerikaans en een Colombiaans experiment om de wereld van mogelijkheden te verkennen.

Van 20 naar 15 kleuters. Een Amerikaans experiment

Wat zou er gebeuren indien een kleuterklas van 20 kleuters zou beperkt worden tot 15? Die vraag onderzochten twee Amerikaanse onderzoekers met een experiment (Francis & Barnett, 2019). Het experiment gebeurde op een plaats waarin kleuters ofwel in de voormiddag ofwel in de namiddag naar de kleuterschool kwamen, telkens in een klasje met een opgeleide kleuterleerkracht en een assistent. Gedurende één schooljaar kregen de leerkrachtenteams in het ene dagdeel een groepje van maximaal 15 en in het andere dagdeel een groepje van 20. Zou er een verschil tussen de groepjes zijn?

In dit experiment was de algemene kwaliteit van het onderwijs in de kleinere klassen niet beter dan in de grotere klassen. En daarmee bedoelen we de aandacht voor socio-emotionele ontwikkeling, de impulsen voor taal- en denkontwikkeling, de klasorganisatie. Vanuit de individuele kinderen gezien was er wel een verschil. In de kleinere klassen waren er meer uitgebreide 1-op-1 gesprekken tussen leerkracht en kleuter. Dat vertaalde zich jammer genoeg niet in een zichtbaar snellere mondelinge taalvaardigheid. De kleuters uit de kleinere klassen ontwikkelden wel een beetje sneller als het gaat om ontluikende geletterdheid, en dan weer niet op gebied van ontluikende wiskunde.

Kleinere kleuterklassen boden dus geen hogere kwaliteit, maar kinderen profiteerden (iets) meer van de geboden kwaliteit.

Meer personeel en middelen in Colombia

Wat zou er kunnen gebeuren als er meer personeel zou zijn? In Colombia kregen peutertuinen een uitbreiding van personeel, vooral klasassistenten dan, en meer middelen. Dat was zeer welkom, als je weet dat een leerkracht met gemiddeld 30 peuters werkt. Onderzoekers onderzochten vervolgens hoe de kwaliteit van de klaspraktijk evolueerde en wat het effect was op de ontwikkeling van de kinderen, door scholen te vergelijken die al wel of nog niet opgenomen waren in het programma. Daarnaast waren er ook peutertuinen die niet alleen meer personeel en middelen kregen, maar ook een intensieve professionalisering (Andrew et al., 2019).

Het onverwachte gevolg van de uitbreiding van personeel en middelen was negatief! Leerkrachten brachten minder tijd met de kinderen door, en die tijd was ook minder kwalitatief. Zo verging het toch de peutertuinen die wel extra middelen en personeel kregen, maar geen professionalisering. In peutertuinen waar er daarnaast ook een uitgebreide professionalisering gebeurde, was er wel een stijging van de kwaliteit, die ook zichtbaar was in de ontwikkeling van de kinderen, vooral dan bij de kinderen uit families met een lage SES. Straffe resultaten, omdat de peutertuinen random verdeeld waren!

Meer personeel en middelen leidden hier niet tot een verbetering, maar een verslechtering, als daar geen professionalisering bij kwam. De combinatie van professionalisering en de gunstigere omstandigheden had wel heel positieve gevolgen.

Verrassende conclusies en nood aan Vlaams onderzoek

De verhalen hierboven zijn uiteindelijk positief. Maar ze tonen ook dat er geen automatische, rechtlijnige weg is van kleinere groepen of meer personeel naar hogere kwaliteit in de kleuterklassen naar een gunstigere ontwikkeling van de kleuters. De onderzoekers van de twee experimenten beklemtonen allemaal het belang van professionalisering. Het effect daarvan in Colombia was heel duidelijk. In het Amerikaans experiment was er geen extra professionalisering. Misschien hadden de kleuterleerkrachten van dit experiment wel meer kunnen halen uit hun kleinere klassen als ze hun werking meer hadden aangepast.

Vlaanderen is de V.S. niet en ook niet Colombia. Vlaams onderzoek bij kleuters ken ik niet. Die inzichten zouden wel interessant zijn, omdat onze klasgroottes en het aantal kinderen per leerkracht niet te vergelijken zijn met die uit de experimenten hierboven, en ook andere omstandigheden verschillen. Bovendien wordt er volop geëxperimenteerd met hele grote klassen, waar dan meerdere leerkrachten voor verantwoordelijk zijn, getuige de levendige facebookdiscussies, en is het goed om weten hoe dat uitdraait.

Dit blogbericht was geïnspireerd door de emotionele discussie over de grote Vlaamse kleuterklassen tussen keynote Iram Siraj en publiek op de inspiratiedag van kleutergewijs. Prof. Iram Siraj gaf de leerkrachten gelijk dat het beter moest, maar waarschuwde hen ook dat de taal- en denkontwikkelende interactiekwaliteit in alle omstandigheden belangrijk is en voortdurende professionalisering verdient.

Bronnen

De foto is afkomstig van de Wellsprings Community School en werd zonder aanpassingen overgenomen via een Creative Commons licentie.

Nog meer leestips

De meeste studies naar de impact van de klasgrootte en het aantal kinderen per personeelslid gebeuren niet door te experimenteren, maar door de huidige situatie in een heel groot aantal settings te analyseren en daarbij rekening te houden met allerlei verschillende andere structurele factoren en procesfactoren. Hoe die elkaar beïnvloeden, kan regionaal/nationaal verschillend zijn, maar zijn eerder ten voordele van kleinere groepen en gunstigere verhoudingen van aantal kinderen per begeleider:

  • Bowne, J. B., Magnuson, K. A., Schindler, H. S., Duncan, G. J., & Yoshikawa, H. (2017). A meta-analysis of class sizes and ratios in early childhood education programs: Are thresholds of quality associated with greater impacts on cognitive, achievement, and socioemotional outcomes?. Educational Evaluation and Policy Analysis, 39(3), 407-428.
  • Slot, P. L. (2018). Literature review: Early Childhood Education and Care quality: relations between structural characteristics at different levels and process quality. OECD: Paris. doi: 10.1787/edaf3793-en

4 gedachtes over “Wat zou er gebeuren als… een kleuterklas ineens maar 15 kleuters zou tellen?

    • Sneller en beter worden in de tekst door elkaar gehaald. De effecten van meer intensieve begeleiding en 1:1 gesprekken hoeven niet te liggen in snellere taalontwikkeling, maar kunnen – mits goed beoefend – met name leiden tot een veiliger gehechtheid, en de effecten daarvan zie je verderop in de ontwikkeling.. (m.n. voor jongens van belang!) Het hangt natuurlijk ook af van de kwaliteit van die interacties!

      Like

  1. Lesgevend aan pubers heb ik groepen van 15 en groepen van 30 leerlingen in mijn lokaal gehad.
    De hoeveelheid aandacht dfie ik aan een kind kan geven veranderd hierdoor.
    Maar inspelend op de interactie mogelijkheden van een grote groep geeft weer een andere dynamiek aan het werk.

    Vriendelijke groet,

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.