Hoe bouw je een warme relatie met élke kleuter (en zijn ouder)?

Lisa is een druk meisje uit mijn klas. Ze kan erg genieten van spel, maar windt zich ook snel op. Ze kan slecht tegen haar verlies en in klassikale activiteiten zoekt ze voortdurend negatieve aandacht. Ze komt vaak ongewassen naar school en ruikt niet altijd fris. De kinderen uit de klas mijden haar en ik merk dat mijn relatie met haar ook steeds moeilijker wordt. Als ze na een zware week op vrijdagmiddag weer een driftbui krijgt, weet ik: zo kan het niet verder.

Persoonlijk én professioneel

Het aangaan van relaties is een erg persoonlijk en menselijk proces, dat wel een erg grote invloed heeft op het leef- en leerproces van de kinderen in je klas. Zo heeft jouw relatie met elk van de kinderen in je klas een invloed op hun stressniveau, hun cognitieve prestaties en hun welbevinden (Hattfield & Williford, 2017; Van Peteghem et al., 2007). Het aangaan van relaties in je klas is dus zowel een diep persoonlijk als een professioneel proces, waar je steeds actief aan moet werken.

Als je gelijke onderwijskansen wil bieden, staat de kwaliteit van interactie en relatie centraal (Roose & Van Amermaet, 2014). De relatiekwaliteit kan sterk verschillen voor individuele kleuters in één klas (Hamre & Pianta, 2001 in Roorda ea, 2014). In een klas met twintig kleuters zal je vaak sneller een ‘klik’ voelen met de sociale, leergierige en gehoorzame kinderen dan met de kinderen die je grenzen meermaals overschrijden of kinderen waar je op het eerste zicht weinig gemeenschappelijke kenmerken mee deelt.

Relaties met kwetsbare kinderen …

Hoewel je als leerkracht in elke klas meer of minder affectieve relaties met je kleuters zal ontwikkelen, toont het onderzoek van Poesen-Vandeputte & Nicaise (2010) aan dat kleuters met een achtergrond in kansarmoede in Vlaanderen vaker een minder nabije relatie met de leerkracht ervaren. Net om de relatie met deze kwetsbare kinderen te verbeteren zet Kleine Kinderen Grote Kansen (onder meer) in op relatiebevorderende interacties in de kleuterklas . Een kwaliteitsvollerelatie tussen leerkracht en kind vormt immers dé basis van kwaliteitsvol leren.

… én hun ouders

Daarnaast is ook de relatie of samenwerking met ouders belangrijk om het kind alle kansen te geven. Werken aan de kwaliteit van de relatie in de driehoek leerling-leerkracht-ouders is dan ook cruciaal (Roose & Van Avermaet, 2014). Deze relatie vertrekt idealiter van gelijkwaardigheid, waarbij de school het initiatief neemt tot overleg en afstemming, vanuit zijn professionele rol (Ernalsteen, 2002).

Ouders die op het eerste zicht een ander waarden- en normenpatroon uiten, worden door leerkrachten echter vaak vermeden. Sommige ouders die zelf opgegroeid zijn in kansarmoede beschikken ook niet over dezelfde sociale vaardigheden als jij of spreken niet ‘dezelfde taal’. Dit kan bedreigend, ongemakkelijk of controlerend overkomen. Diezelfde ouders kunnen omwille van eigen negatieve herinneringen aan de eigen schooltijd, door een minderwaardigheidsgevoel of door angst de communicatie met jou ook als negatief ervaren, waar jij dit niet zo bedoelde (Netwerk tegen armoede, 2012 in Roose & Van Avermaet, 2014). Het is de kunst om vanuit het doel dat jullie delen; namelijk het welzijn van het kind, een wederzijds respectvol partnerschap op te bouwen. Dat vraagt van jou natuurlijk wel heel wat vaardigheden en professionaliteit.

Aan de slag!

Hoe kunnen we dan werken aan kwaliteitsvolle relaties met álle kleuters en hun ouders, ook die kleuters (/ouders) die soms het bloed van onder onze nagels durven halen of in de achtergrond lijken te verdwijnen? Hieronder formuleren we drie strategieën die relatiebevorderend kunnen werken bij alle kinderen (en hun ouders) en specifiek bij kinderen in armoede.

Een eerste stap die je kan zetten, is het observeren van je eigen relaties met de kinderen in je klas. Met welke kleuters wil je spontaan gaan spelen en bij welke kleuter(s) trek je minder op? Waar ligt dit aan? Word je bewust van de verschillende relaties in je klas en de mogelijke oorzaken hiervan.

Leren van elkaar

Pocahontas zong het al: ‘treed eens het voetspoor van een vreemde, dan leer je in een oogwenk zoveel bij’. In cultureel responsief onderwijs vertrek je van de perspectieven, achtergrond en kennis van de kinderen van je klas én hun gezin. Daarbij stap je als leerkracht uit je rol als expert en neem je een houding van multiperspectiviteit aan. Je ruilt met andere woorden je kennispositie in voor de rol van onderhandelaar waarbij je bewust en gericht op zoek gaat naar de expertise, krachten én noden van de kinderen in je klas en hun ouders (Van Keulen, 2004 in Roose, Pulinx & Van Avermaet, 2014).

Je kan dit doen door ouders uit te nodigen om deel te nemen aan low-key activiteiten in de klas, door informeel contact te maken aan de klas, tijdens een open onthaal of door huisbezoeken. Belangrijk hierbij is het informele contact waarbij je nagaat wat het kind graag in zijn/haar vrije tijd doet, wat hij/zij graag eet en wat zijn/haar lievelingslied bijvoorbeeld is. Hoewel dergelijke gesprekken misschien triviaal en onbelangrijk lijken, kunnen ze vaak onderliggende culturele waarden en normen van het gezinsleven prijsgeven, zonder dit zwaarbeladen te bevragen. Bovendien dragen ze bij aan jouw band met de kleuter. Je geeft hen zo aan dat je oprecht geïnteresseerd bent in hun leef- en belevingswereld. Ook gesprekken over (religieuze) feestdagen, familieroutines en thuistaal kan je rustig en respectvol voeren.

Deze kennis over het leven van je kleuters kan je vervolgens gebruiken om activiteiten en hoeken te ontwerpen die bouwen op wat voor de kleuters gekend is én tegelijkertijd buiten het vertrouwde reiken (Price & Steed, 2016). Zo vertelde de papa van Sam (3j) me dat zijn favoriete groep Metallica was. Hele liedjes kon deze driejarige kleuter meezingen. Metal is muziek die niet in mijn comfortzone ligt en die ikzelf niet snel in de klas opgelegd zou hebben. Sam heeft er echter voor gezorgd dat het muziekaanbod voor alle kleuters werd uitgebreid. Daarbij ontdekte ik naast talenten van deze kleuter ook een gemeenschappelijke factor die onze relatie onmiddellijk versterkte: we konden allebei écht genieten van muziek.

Authentieke gesprekken met ouders kunnen je ook helpen om je eigen (geen zorgen, iedereen heeft er) vooroordelen en assumpties te bevragen. Zo zullen bijvoorbeeld niet alle ouders met kansarmoede dit op dezelfde manier ervaren of hier op eenzelfde manier mee omgaan en hebben mensen die eenzelfde religie of cultuur delen ook vaak erg andere karakteristieken (Price & Steed, 2016). We gaan met andere woorden in gesprek op zoek naar zowel verschillen als gelijkenissen.

Empathie

Empathie, of de inleving in emoties, gevoelens én ervaringen van leerlingen, kan je zien als het verbindend weefsel tussen de leerkracht en de kleuters. Om een betere relatie met elk kind (en specifiek deze met een achtergrond in kansarmoede) tot stand te brengen is het belangrijk om authentiek, respectvol en inlevend om te gaan met de gevoelens en diversiteit van elk kind.

Empathie uiten doe je dagelijks door in de eerste plaats op een warme en sensitieve manier tegemoet te komen aan de noden en zorgen van je leerlingen en hun ouders. Dit betekent niet dat je alle wensen onmiddellijk moet vervullen. Je maakt wel tijd voor de vragen van het kind of de ouder, ook als dat zou betekenen dat je je ‘programma niet afgewerkt krijgt’ (Stevens, 2014 in Heylen, 2016).  Je uit empathie naar bezorgde ouders door geregeld een persoonlijk berichtje of anekdote mee te geven over hoe hun kind het in de klas stelt, door je deur voor hun open te stellen en hun perspectief serieus te nemen.

Om empathie ten volle te kunnen ontwikkelen is bewustzijn van je eigen sociale en culturele achtergrond noodzakelijk (Price & Steed, 2016). Je bewust worden van impliciete vooroordelen en assumpties is noodzakelijk als je deze wil tegengaan. Hoewel het natuurlijk een erg mooi standpunt is, sta ikzelf steeds kritisch tegenover studenten of leerkrachten die zeggen géén vooroordelen te hebben en iedereen dezelfde kansen te geven. Dat is natuurlijk het streefdoel, maar onderzoek na onderzoek wordt bevestigd hoe leerkrachten diverse leerlingen onbewust (!) ongelijk behandelen (VLOR, 2012; Consuegra, 2017). Als je je hier als leerkracht bewust van wordt, kan je hier actief kant in kiezen. Als we écht werk willen maken van rechtvaardig onderwijs, is dus moed nodig om kritisch bij je eigen assumpties en handelingen stil te staan en hier vervolgens ook verantwoordelijkheid voor te nemen (Roose & Van Avermaet, 2014).

Kritische zelfreflectie is niet eenvoudig. Laat daarom eens een collega die je vertrouwt meekijken in de klas, of maak een video-opname om te onderzoeken of je onbewust verschillende signalen uitzendt naar verschillende groepen, maar ook feedback vragen van collega’s kan je helpen om eigen ‘blinde vlekken’ te spotten (VLOR, 2012).

Speel mee

Soms is de leukste werkwijze ook de meest effectieve: speel mee! Neem je tijd om net die kleuters waar je een minder plezierige of warme relatie mee hebt te leren kennen door lekker mee te spelen.

Interventies als Samen-spel waarbij de leerkracht quality-time neemt met de kleuter die probleemgedrag uit, tonen erg veelbelovende resultaten voor de (beleefde) relatie tussen leerkracht en kleuter. In dit programma gaat de leerkracht samen met één kleuter uit de klas. De leerkracht laat vervolgens de leiding los en laat het kind het spel bepalen. De leerkracht verwoordt de handelingen, maar geeft zelf geen/ weinig initiatief of impulsen. In plaats van het kind met het probleemgedrag dus met de zorgleerkracht uit de klas te halen, gaat de kleuterleerkracht dus net fijn samenspelen met het kind waar het een minder goede relatie mee heeft (Driscoll & Pianta, 2010). Op deze manier laat de leerkracht de nabijheid ook non-verbaal aanvoelen: ‘ik laat je niet los, ik ga je niet afwijzen’. Dit lijkt mij een heel eenvoudige, plezierige én effectieve interventie die je (morgen) al kan uitproberen en snel resultaten kan opbrengen.

Natuurlijk zijn er nog veel meer manieren om de band met de kleuters in je klas te versterken. Hoe werk jij actief aan een kwaliteitsvolle relatie met de kleuters in je klas? Laat het weten in de comments.

 

 

Bronnen:

Aelterman, A., Engels, N., Van Petegem, K. & Verhaeghe, J.P. (2007). The wellbeing of teachers in Flanders: The importance of a supportive school culture. Educational Studies, (33) 3, 285-298

Consuegra, E. (2017, 4 september). Opinie: We zijn er ons niet van bewust, maar we discrimineren. De Morgen.

Driscoll & Pianta (2010). Banking Time in Head Start: Early Efficacy of an Intervention Designed to Promote Supportive Teacher– Child Relationships. Early education and development, 21(1), 38–27

Ernalsteen (2002). Brede schOUDERS: een werkboek. Gent: Steunpunt Intercultureel Onderwijs.

Hattfield & Williford (2017). Cortisol patterns for young children displaying disruptive behavior: links to a teacher-child, relationship-focused intervention. Prevention science: the official journal of the society of prevention research, 18(1), 40-49.

Heylen (2016). De leerkracht maakt het verschil. Geraadpleegd op 8 maart 2018 van https://vorming.cego.be/downloads/downloads-per-naam/ludo-heylen

Poesen-Vandeputte, M. & Nicaise, I. (2010). De relatie tussen de doelgroepafbakening van kansarme kleuters en hun startpositie op school. Leuven: Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen (SLL).

Price & Steed (2016). Culturally Responsive Strategies to Support Young Children with Challenging Behavior. Young Children, 71(6).

Roorda, Koomen, Spilt & Oort (2014). De invloed van affectieve leraar-leerlingrelaties op het schools leren van leerlingen: Verschillen tussen basis- en voortgezet onderwijs. Pedagogische studiën, (91) 97-112.

Roose & Van Avermaet (2014). Kinderarmoede & onderwijs: schets van de problematiek en krijtlijnen om de hefboomfunctie van onderwijs te realiseren. Caleidoscoop, 26 (5) p.6-15

Roose, Pulinx & Van Avermaet (2014). Kleine kinderen grote kansen: hoe kleuterleraars leren omgaan met armoede en ongelijkheid. Kortrijk: KBS

Vlaamse OnderwijsRaad (2012). OECD Toolkit on Teaching for Diversity – Nederlandse vertaling. Geraadpleegd op 7 maart 2018 van http://www.steunpuntdiversiteitenleren.be/materiaal/materialen/oecd-toolkit-on-teaching-for-diversity-nederlandse-vertaling

 

 

Wil je meer lezen over de opbouw van relaties en samenwerkingsverbanden met de ouders in je (diverse) klas?

http://www.diversiteitenleren.be/materiaal/materialen/brede-schouders 

Wil je meer lezen of kansarmoede in de kleuterklas, en hoe je als leerkracht het verschil kan maken?

http://www.diversiteitenleren.be/themas/armoede-sociale-ongelijkheid

http://grotekansen.be 

Download gratis de publicatie ‘Grote Kansen’: https://www.kbs-frb.be/nl/Virtual-Library/2014/309742

 

Het project ‘Kleine Kinderen, Grote Kansen’ (KKGK) wil een verhoogde professionaliteit realiseren bij (toekomstige) leraren kleuteronderwijs in het omgaan met kinder- en kansarmoede, met diversiteit, met sociale ongelijkheid. De voorbije jaren is immers vastgesteld dat de armoede in Vlaanderen toeneemt en dat de samenleving in alle opzichten en in toenemende mate expliciet divers is. Het project gelooft dat onderwijs het verschil kan en moet maken voor kinderen die omwille van heel diverse – waaronder school- en omgevingsgerelateerde – oorzaken niet met volwaardige kansen kunnen starten. Via dit project willen we vooral inzetten op het versterken van de lerarenopleidingen en de professionalisering van de lerarenopleiders. Meer lezen? Volg: http://grotekansen.be 

5 gedachtes over “Hoe bouw je een warme relatie met élke kleuter (en zijn ouder)?

  1. AP Hogeschooldocente Eva Dierickx brengt een aantal inzichten over kwaliteitsvolle interactie met kansarme kleuters samen in een nieuw blogbericht.

    Like

  2. Inderdaad een mooie beschrijving van de “systeembenadering” (wat doet wat ik zie/ervaar met mij, en wat is daardoor mijn volgende actie) in een relatie leraar/kleuter/ouders/school. Hoe zou het zijn wanneer we deze manier van denken en doen ook gaan toepassen in het basis-, secundair- en hoger onderwijs?
    Misschien wordt iedereen er dan vaardig in want kinderen leren van de volwassenen.
    Systeembenadering kijkt naar de interacties en relaties tussen actoren. Naar de feedback die ontstaat, naar nieuwe eigenschappen en vaardigheden die het systeem toont als gevolg van de interactie…
    Dat kijken kan op intermenselijk vlak, maar evenzeer bij het waarnemen van fenomenen in de natuur of politiek, of economie of …

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.