Vier ingrediënten om kansarme kleuters uit te dagen met STEM en taal

STEM, science – technology – engineering – mathematics, is hot, ook in de kleuterklas. STEM sluit mooi aan bij de sterke Vlaamse tradities rond wereldoriëntatie in de kleuterklas, maar gaat nog een stap verder. Bovendien biedt STEM ook heel goede kansen voor taalontwikkeling (Cabell et al., 2013).

Hoe kunnen we STEM combineren met taalontwikkeling? Dat willen we op de hogeschool Odisee onderzoeken. In onze speurtocht naar goede praktijken vonden we alvast een interessant onderzoeksproject met vijfjarige, arme kleuters van het Amerikaanse platteland (Wright & Gotwals, 2017).

In dit onderzoek gebruiken Wright en Gotwals vier ingrediënten voor de integratie van STEM met taal. Elk ingrediënt is gebaseerd op eerder onderzoek:

  1. Prikkelende vragen als leidraad

Binnen het thema ‘onze eigen tuin’ mogen de kleuters een minituin vorm geven. De kleuters haalden eerder aan dat ze graag een tent in de tuin willen hebben. Maar hoe kunnen ze een stevige, waterdichte tent bouwen? Hierbij kunnen enkele denk- en doe-vragen gesteld worden: Hoe krijgen wij onze tent waterdicht? Hoe kiezen wij onze materialen? Wat gebeurt er als wij water over onze tent gieten?

Binnen STEM-activiteiten moeten kleuters betrokken worden door hen vragen te stellen. Een goede vraag motiveert kleuters om een oplossing te vinden voor een levensecht probleem. Daarnaast zullen ze het wetenschappelijk fenomeen grondig moeten onderzoeken om er meer over te weten te komen en hun kennis op te bouwen. Ook kunnen de kleuters zelf vragen stellen om meer over het onderwerp te weten te komen. Zulke denkstimulerende vragen geven goede taalontwikkelingskansen voor de kleuters in een diepgaand heen-en-weergesprek.

In het project van Wright & Gotwals begint elke activiteit met een prikkelende vraag. De kleuters krijgen meteen de kans om hun ideeën te formuleren, maar een definitief antwoord komt er nog niet onmiddellijk. Vaak ontbreekt immers de voorkennis bij de kleuters om dat te doen. Pas nadat de kleuters ervaringen hebben opgedaan, zoeken de kleuters samen met de leerkracht op basis van hun gedeelde ervaringen naar een definitief antwoord.

 

  1. Actieve betrokkenheid door zelf te doen en te ervaren

Er worden in de klas verschillende ideeën aangehaald om een stevige tent te bouwen. Een kleuter vertelt bijvoorbeeld dat een tent twee benen heeft. De kleuteronderwijzer vertelt dat de benen van een tent de tentstokken zijn. Nadien gaat de kleuter zijn idee zelf uitvoeren. De kleuter is een tent met twee tentstokken (=benen). De kleuterleidster geeft de kleuter lichtjes een duw om te zien hoe stevig de tent met twee tentstokken is. Dit kan bij elke idee van de kleuters toegepast worden.

Kleuters leren pas echt wanneer ze actief deelnemen aan de activiteiten. Doordat ze onderzoek uitvoeren, verkennen ze actief de wetenschappelijke fenomenen. In de kleuterklas worden de fenomenen ook spelenderwijs of muzisch geëxploreerd. Wel moet er voldoende begeleiding voorzien worden zodat de kleuters het leren over wetenschappen leuk vinden en ze er meer belangstelling voor krijgen. Door met de kleuters te spreken over STEM en daarbij de typische STEM-woordenschat te gebruiken, krijgt de taalontwikkeling een boost.

 

  1. Interactief voorlezen

De juf leest voor uit een informatierijk boek dat gaat over kinderen die op kamp gaan en een tent moeten opzetten. In dit infoboek wordt verteld hoe een tent gemaakt wordt, wat er allemaal voor nodig is en waarmee we rekening moeten houden bij het opstellen. Tijdens het voorlezen besteedt de juf aandacht aan nieuwe woordenschat, zoals waterdicht, het zeil, de ligging, verankeren enzoverder. Daarnaast zijn de grootte van de tent en de stabiliteit belangrijke onderwerpen voor discussie met de kleuters.

Kleuters verdiepen hun kennis door het voorlezen van infoboeken of informatierijke verhalen. Bovendien breidt hun woordenschat rond STEM uit en kunnen ze verbanden leggen met eerdere woorden of concepten die ze geleerd hebben. Vaak zijn het woorden die ze in het dagelijkse leven niet verworven hebben. De leerkracht schenkt best bewust aandacht aan de woordenschat voor en tijdens het lezen. Verder stelt hij verdiepende vragen om de inhouden van het boek te verbinden met de prikkelende vragen die eerder gesteld werden en de gezamenlijke klaservaringen.

In dit project worden boeken gebruikt om de ervaringen van de kleuters te verdiepen. Daarnaast zou je ook nog een verhaal kunnen gebruiken als impressie, als inleiding op de prikkelende vraag.

 

  1. Tekenen en “Schrijven”

De kleuters maken een tekening van een goede tent, op basis van hun eigen experimenten en de info uit het prentenboek. Er komt zelfs een stappenplan bij met tips voor de beste ligging. Samen met de leerkracht verzinnen ze een tekst bij de tekening, die de leerkracht opschrijft. Een kopie gaat mee naar huis, zodat de kleuters thuis aan hun ouders het verhaal kunnen doen.

Schrijven en tekenen over wetenschappen versterkt zowel het leren over wetenschappen als de taalontwikkeling. Kleuters schrijven niet, maar kunnen tekenen en nadien uitleggen aan de klasgenoten of juf wat ze getekend hebben. Zo wordt hun werk binnen een zinvolle context geplaatst en maken ze gebruik van de woordenschat die ze geleerd hebben tijdens deze activiteit of die ze eerder verworven hebben.

Kleuters kunnen bijvoorbeeld een wetenschapsdagboek bijhouden, maar ze kunnen ook aan gedeeld schrijven doen waarbij de leerkracht de ideeën van de kinderen opschrijft.

 

We zullen in ons eigen project alvast rekening houden met deze vier principes, maar uiteraard zijn er nog ingrediënten nodig voor een goede cocktail van STEM en taal. Wat is jouw ervaring?

 

Gastbloggers:

Geneviève Van Damme, Thijs Eeckhout, Marlies Algoet, Helena Taelman

 

Kijktip:

https://www.leraar24.nl/bewust-gebruik-schooltaal/  (over taalverrijking tijdens activiteiten wetenschap en techniek)

Grover 2.0 van Sesamstraat verwoordt hoe hij STEM-problemen oplost. Inspiratie voor poppenspel!

 

Wetenschappelijke bronnen:

Cabell, S. Q., DeCoster, J., LoCasale-Crouch, J., Hamre, B. K., & Pianta, R. C. (2013). Variation in the effectiveness of instructional interactions across preschool classroom settings and learning activities. Early Childhood Research Quarterly, 28(4), 820-830.

Guo, Y., Wang, S., Hall, A. H., Breit-Smith, A., & Busch, J. (2015). The Effects of Science Instruction on Young Children’s Vocabulary Learning: A Research Synthesis. Early Childhood Education Journal, 44(4), 1-9.

Wright, T. S., & Gotwals, A. W. (2017). Supporting kindergartners’ science talk in the context of an integrated science and disciplinary literacy curriculum. The Elementary School Journal117(3), 513-537.

Bron van de foto: https://www.nps.gov/subjects/camping/backyard-camping.htm (Nathan King)

 

Een gedachte over “Vier ingrediënten om kansarme kleuters uit te dagen met STEM en taal

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.